Naar boven ↑

Update

Nummer 37, 2025
Uitspraken van 4 september 2025 tot 10 september 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. R. van Hemert, mr. P.H. de Jongh, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt, mr. R.R.T. van de Ven en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: afstand doen van vakantieverlofrechten bij conversie vast dienstverband in strijd met Richtlijn 2003/88/EG
In AR 2025-1142 oordeelt het Hof van Justitie EU dat vakantieverlofrechten op grond van artikel 31 Handvest dwingend en onvoorwaardelijk zijn. Het bestaan van dat recht hoeft namelijk niet te worden geconcretiseerd in bepalingen van Unierecht of van nationaal recht – deze moeten enkel de juiste duur van de jaarlijkse vakantie met behoud van loon en, zo nodig, de voorwaarden waaronder die vakantie kan worden opgenomen, vaststellen. Bijgevolg volstaat die bepaling op zich om aan de werknemers een recht te verlenen dat zij als zodanig kunnen doen gelden in een geschil tussen hen en hun werkgever in een situatie die onder het Unierecht en derhalve binnen de werkingssfeer van het Handvest valt. Clausule 4 van de raamovereenkomst, artikel 7 van Richtlijn 2003/88/EG en artikel 31 lid 2 van het Handvest verzetten zich dus tegen een nationale regeling op grond waarvan, in tegenstelling tot gewone magistraten, honoraire magistraten die zich in een vergelijkbare situatie bevinden, geen recht hebben op een vergoeding tijdens gerechtelijke vakantie. De voorwaarde dat werknemers afstand moeten doen van deze rechten om in aanmerking te komen voor een vast contract is in strijd met clausule 4.

HvJ EU: wijziging standplaats werknemer kan ‘ontslag’ in de zin van de Richtlijn collectief ontslag opleveren
In AR 2025-1143 oordeelt het Hof van Justitie EU dat een eenzijdige wijziging van de werkplek kan leiden tot ‘ontslag’ in de zin van de Richtlijn collectief ontslag. Dit is het geval wanneer sprake is van een ‘substantiële wijziging van een essentieel element van de arbeidsovereenkomst’. Wijziging van de standplaats vormt een essentieel element van de arbeidsovereenkomst. Of sprake is van substantiële wijziging hangt af van het al dan niet tijdelijke karakter van de voorgenomen wijziging van de arbeidsovereenkomst, van de afstand tussen de oorspronkelijke plaats waar het werk werd verricht en de nieuwe plaats, en van eventuele andere begeleidende maatregelen ter compensatie van de voorgestelde overplaatsing.

Ktr.: HvA handelt ernstig verwijtbaar door onzorgvuldig onderzoek naar ‘onveilige werkomgeving’ opleidingsmanager met 30 jaar dienstverband. Billijke vergoeding € 350.000
In AR 2025-1141 oordeelt de kantonrechter dat de Hogeschool van Amsterdam (HvA) ernstig verwijtbaar heeft gehandeld jegens haar opleidingsmanager. Haar functioneren werd in 2021, 2022 en 2023 nog met uitstekend beoordeeld, ondanks haar directe communicatiestijl. De hogeschool wordt verweten te eenzijdig onderzoek te hebben gedaan, te veel direct op vertrek in te zetten en werkneemster niet de kans te geven terug te keren. Het onderzoek is bovendien uitgevoerd door een advocatenkantoor, niet door een (gespecialiseerd) onderzoeksbureau. De wijze waarop dat onderzoek is aangekondigd en uitgevoerd verdient allerminst de schoonheidsprijs. Positieve verklaringen van collega’s zijn niet meegenomen in het onderzoek en er lijkt in het geheel geen rekening te zijn gehouden met het gegeven dat wellicht ook sprake is van rancune in een of meer negatieve interviews. Zo verklaart een vertrokken medewerker negatief, waarbij hij werkneemster vergelijkt met een concentratiekampbewaakster, en verklaart ook een medewerkster die bij een interne sollicitatie door werkneemster niet is aangenomen bijzonder negatief. Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat HvA ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, waardoor de verstoring in de arbeidsrelatie is ontstaan, welke verstoring nu tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst leidt. De kantonrechter kent een billijke vergoeding toe van € 350.000, waarbij in aanmerking is genomen dat de arbeidsovereenkomst zonder het ernstig verwijtbaar handelen van HvA vermoedelijk nog lang zou hebben geduurd.

Ktr.: WAZO noch Zwangerschapsrichtlijn geeft werkneemster recht op 100% doorbetaling boven maximumdagloon
In AR 2025-1131 oordeelt de kantonrechter dat werkneemster tijdens haar zwangerschapsverlof geen recht heeft op aanvulling van haar WAZO-uitkering tot 100% van het laatstverdiende loon, voor zover dit boven het maximumdagloon ligt. In deze periode vindt artikel 7:628 BW geen toepassing, maar geldt de regeling uit hoofdstuk 3 van de WAZO. Voor zover werkneemster betoogt dat dit tot gevolg heeft dat zij in een financieel slechtere positie wordt gebracht dan mannelijke collega’s geldt dat de WAZO is gebaseerd op de Zwangerschapsrichtlijn. Als een werkneemster inkomensachteruitgang ondervindt omdat zij meer verdient dan het maximale dagloon is dat niet in strijd met Europese regelgeving: de Zwangerschapsrichtlijn geeft geen recht op volledig behoud van dezelfde bezoldiging en verplicht de lidstaten slechts tot het behoud van een bezoldiging en/of het genot van een adequate uitkering, waarvan sprake is indien het een inkomen waarborgt dat gelijk is aan het inkomen dat de betrokken werkneemster zou ontvangen in geval van een onderbreking van haar werkzaamheden om gezondheidsredenen. Met de uitkering van 100% van het gemaximeerde dagloon is hieraan in Nederland voldaan.

Ktr.: excessief en oneigenlijk gebruik leaseauto en tankpas leidt tot ontslag op staande voet
In AR 2025-1103 oordeelt de kantonrechter dat werknemer terecht op staande voet is ontslagen. Werknemer heeft zijn auto en tankpas uitgeleend aan een neef tijdens zijn eigen arbeidsongeschiktheid. De kantonrechter kan als verklaring moeilijk aannemen dat werknemer met zijn klachten als gevolg van de dubbele hernia in staat was om 700 km in een auto te rijden, ook al was dit als passagier. Ook staat vast dat er in september 2024 voor een bedrag van € 445,96 (208,72 liter) is getankt en in de maand mei 2024 voor een bedrag van € 526 (245,21 liter). Het gaat dan ten minste om respectievelijk 2.880 en 3.380 km. Voor dit aantal kilometers heeft werknemer geen enkele verklaring gegeven. Met het voorgaande is komen vast te staan dat werknemer excessief en oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van de tankpas en hij een neef in de leaseauto heeft laten rijden en gebruik heeft laten maken van de tankpas met pincode. Ook heeft werknemer geen verklaring gegeven over met de leaseauto gereden duizenden kilometers. Ook dat is in de gegeven omstandigheden ernstig verwijtbaar. Het ontslag op staande voet is rechtsgeldig gegeven. De persoonlijke omstandigheden van werknemer, met name het dienstverband van 23 jaar, zijn leeftijd (55 jaar) en het kostwinnerschap, leggen niet voldoende gewicht in de schaal om tot een ander oordeel te komen. 

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Rechtbank