Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 6 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4168
Werkgeefster schort loon van werknemer op omdat hij vanwege ziekte, mede door zijn gedrag, veelvuldig afwezig is en onduidelijk is over zijn ziekte. Werknemer vordert loon, nu de bedrijfsarts hem arbeidsongeschikt heeft verklaard.

Feiten

Werknemer is sinds 22 mei 2000 in dienst bij werkgeefster als voorbewerker. Op 8 april 2025 is hij wegens ziekte uitgevallen. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Metaal en Techniek van toepassing. Werkgeefster heeft werknemer bij brief van 11 juni 2025 laten weten dat de loonbetaling per 1 juni 2025 wordt opgeschort. Als reden is genoemd dat werknemer vanwege ziekte, mede door zijn gedrag, veelvuldig afwezig is en onduidelijkheid heeft gegeven over zijn ziekte. Daarnaast zou hij zonder overleg motor/scooter hebben gereden en daarbij letsel aan zijn handen hebben opgelopen. De gemachtigde van werknemer heeft werkgeefster bij brief van 20 juni 2025 laten weten dat er geen juridische grondslag is voor de opschorting van het loon en heeft haar gesommeerd om het loon over juni 2025 uiterlijk rond 25 juni 2025 te betalen. Werkgeefster heeft hier geen gehoor aan gegeven en pas op 17 juli 2025, na betekening van de dagvaarding, het loon over juni 2025 alsnog betaald.

Werknemer stelt dat hij door de bedrijfsarts arbeidsongeschikt is verklaard en dat werkgeefster daarom verplicht is zijn loon door te betalen. Het feit dat hij, terwijl hij ziek was, met een scooter heeft gereden en daarbij buiten zijn schuld betrokken is geraakt bij een aanrijding, levert volgens hem geen grond op voor opschorting van het loon. Daarnaast voert hij aan dat hij in mei 2025 25 jaar in dienst was en daardoor recht heeft op een jubileumuitkering. Werknemer vordert dat werkgeefster wordt veroordeeld tot hervatting van de loonbetalingen met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2025, inclusief de verschuldigde emolumenten en de jubileumuitkering, en tot afgifte van de loonstroken van mei en juni 2025.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgeefster heeft verklaard dat zij het onbegrijpelijk vond dat werknemer tijdens ziekte op een motor is gestapt en dat hij haar pas weken later over het ongeval heeft geïnformeerd. Werkgeefster heeft echter toegezegd dat de jubileumuitkering alsnog zal worden betaald. Zij wordt daartoe veroordeeld. Omdat het loon over juni 2025 inmiddels op 17 juli 2025 is betaald, wordt de vordering tot hervatting van de reguliere loonbetalingen toegewezen met ingang van 1 juli 2025. Ook moet werkgeefster binnen 14 dagen na dit vonnis de loonstroken over mei en juni 2025 verstrekken.

Verder is vastgesteld dat het loon over juni te laat is betaald. Aangezien dit op 25 juni 2025 had moeten plaatsvinden maar pas op 17 juli 2025 is gebeurd, heeft werknemer recht op de wettelijke verhoging van 35%. De kantonrechter ziet geen aanleiding dit te matigen, nu werkgeefster geen geldige reden had om de loonbetaling op te schorten. Daarbij is van belang dat werknemer steeds heeft meegewerkt aan het onderzoek door de bedrijfsarts, die nog op 16 juni 2025 concludeerde dat hij niet in staat was te werken. Tot slot wordt werkgeefster veroordeeld om de wettelijke rente over het te laat betaalde loon te voldoen over de periode van 25 juni 2025 tot 17 juli 2025.