Naar boven ↑

Update

Nummer 26, 2025
Uitspraken van 19 juni 2025 tot 25 juni 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. R. van Hemert, mr. P.H. de Jongh, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt, mr. R.R.T. van de Ven en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak

Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: ingeleend personeel en getalscriterium collectief ontslag
In AR 2025-761 staat de vraag centraal of ingeleend personeel meetelt voor het getalscriterium ten aanzien van een specifieke (Franse) verplichting bij collectief ontslag, te weten het opstellen van een plan tot behoud van werkgelegenheid indien ten minste vijftig werknemers werkzaam zijn bij de onderneming. Het Hof oordeelt dat het onbevoegd is hiervan kennis te nemen, omdat de verplichting op geen enkele manier voortvloeit uit de Richtlijn collectief ontslag.

Ktr.: heimelijk opnemen van gesprek met directeur/leidinggevende om daarna als pressiemiddel te gebruiken in een procedure, getuigt niet van goed werknemerschap en leidt tot 50% matiging van de billijke vergoeding
In AR 2025-755 oordeelt de kantonrechter dat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door in tegenstelling tot gedane toezeggingen de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te verlengen. Omdat evenwel twijfel bestond bij werkgever over het niveau van werknemer, mocht werknemer er niet van uitgaan dat wederom een jaarcontract zou worden aangeboden. De billijke vergoeding bedraagt daarom twee maanden. Van dit bedrag wijst de kantonrechter 50% toe als billijke vergoeding, daarmee uitkomend op een bedrag van € 2.174,10. Hierbij weegt mee dat werknemer gesprekken met de directeur heimelijk heeft opgenomen, iets wat niet getuigt van correcte omgangsvormen die een werknemer tegenover een werkgever in acht zou moeten nemen, en dat werknemer die opgenomen gesprekken als pressiemiddel richting Venture Group gebruikt heeft.

In AR 2025-733 stelt de rechter de werkgever in de gelegenheid zich bij akte uit te laten over de door werknemer ingebrachte geluidsopname van een gesprek tussen haar en HR waaruit vermeende discriminatie wegens zwangerschap zou volgen.

Ktr.: proeftijdontslag van werknemer met ADHD niet in strijd met gelijke behandeling handicap en chronische ziekte. Niet verlengen contract van werkneemster met borstkanker omdat er geen ‘verzekeringsdekking is’, is wél in strijd met gelijke behandeling handicap en chronische ziekte
In AR 2025-759 oordeelt de kantonrechter dat het ontslag van werkneemster tijdens de proeftijd nadat zij een paniekaanval had gekregen toen ze voor het eerst alleen (in de horeca) werkzaam was, geen discriminatie op grond van handicap en chronische ziekte oplevert. Hoewel werkgever wist dat werkneemster ADHD had, is niet aangetoond dat werkgever wist dat er een verband was tussen ADHD en haar paniekaanval.

In AR 2025-730 oordeelt de kantonrechter dat wél sprake is van een causaal verband tussen de handicap en ontslagrede in een geval dat werkgever louter positief over het functioneren van werkneemster was totdat werkneemster meedeelt dat zij borstkanker met uitzaaiingen heeft. Daarna komt werkgever opeens met kritiek op haar functioneren. De kantonrechter is er in het geheel niet van overtuigd dat er sprake was van fundamentele kritiek op het functioneren van werkneemster, zodanig dat deze de reden was de arbeidsovereenkomst niet voort te zetten. De daadwerkelijke reden om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen is gelegen in het ontbreken van dekking door de verzekering voor loonbetaling en verzuimbegeleiding na 6 december 2024. De kantonrechter kwalificeert het handelen van werkgever – het niet voortzetten van de arbeidsverhouding – in strijd met artikel 4 onder b Wgbh/cz als ernstig verwijtbaar handelen. De kantonrechter acht een totale billijke vergoeding van € 23.000 bruto passend. De reden daarvoor is dat werkgever een fundamenteel beginsel van sociaal recht heeft geschonden en dat hij uiteindelijk een tamelijk kille financiële afweging heeft gemaakt die feitelijk het gevolg is van de keuze van werkgever om zich niet afdoende te verzekeren in geval van ziekte van een van zijn werknemers. Schrijnend is dat hij vervolgens ook nog eens disfunctioneren in de schoenen van werkneemster heeft proberen te schuiven.

Vragen of opmerkingen

Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hof

Rechtbank