Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Bakkerij Schuld B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Apeldoorn), 29 oktober 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:9801
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van zwangere werkneemster niet verlengd. Vraag of werkneemster voldoende heeft gesteld om zwangerschapsdiscriminatie te kunnen doen vermoeden. Werkneemster krijgt gelegenheid zich uit te laten over geluidsopname.

Feiten

Werkneemster is op 1 juni 2022 bij Bakkerij Schuld B.V. in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden. Per 1 december 2022 is de overeenkomst voor de duur van twaalf maanden verlengd. In oktober 2023 heeft werkneemster haar leidinggevende meegedeeld dat zij zwanger was. Per 1 december 2023 is de arbeidsovereenkomst van werkneemster verlengd tot 31 mei 2024. Dit is vastgelegd in een aanvulling op de arbeidsovereenkomst, die door werkneemster is getekend op 17 november 2023 en door Bakkerij Schuld op 20 november 2023. Op 21 november 2023 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Bakkerij Schuld heeft de op 31 mei 2024 aflopende arbeidsovereenkomst niet verlengd. Werkneemster stelt zich thans op het standpunt dat het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst van werkneemster verboden onderscheid oplevert wegens zwangerschap op grond van artikel 7:646 lid 1 BW.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster stelt dat de directeur van Bakkerij Schuld haar tijdens een gesprek van 16 november 2023 heeft verweten dat zij te laat heeft laten weten dat zij zwanger was en dat hij heeft gezegd dat als zij dat eerder had laten weten, Bakkerij Schuld de arbeidsovereenkomst niet zou hebben verlengd. Uiteindelijk is de arbeidsovereenkomst verlengd tot en met 31 mei 2024, maar volgens werkneemster wel met de mededeling dat een verdere verlenging vanwege de zwangerschap en haar aanstaande moederschap er niet in zat. Tijdens de mondelinge behandeling heeft werkneemster onder meer verwezen naar een geluidsopname. Werkneemster heeft deze geluidsopname ingebracht zonder verdere toelichting. Zij heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat het een opname betreft van een gesprek dat na 16 november 2023 heeft plaatsgevonden, waarbij de directeur zelf niet aanwezig was, maar wel de HR-medewerker van Bakkerij Schuld. Volgens werkneemster heeft de HR-medewerker tijdens dit gesprek uitlatingen gedaan die bevestigen dat het niet verlengen van haar arbeidsovereenkomst verband houdt met haar zwangerschap. Werkneemster wordt in de gelegenheid gesteld zich bij akte nader uit te laten over de geluidsopname. Zij dient aan de hand van een transcriptie duidelijk te maken welke uitspraken zij precies relevant acht en daarbij aan te geven van wie deze afkomstig zijn. Ook dient zij zo precies mogelijk aan te geven wanneer tijdens de opname die uitspraken te horen zijn en in de akte toe te lichten waarom zij deze uitspraken relevant acht. Bakkerij Schuld krijgt de gelegenheid hierop bij akte te reageren. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.