Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 28 mei 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:2524
Feiten
Werknemer is sinds 1 januari 2005 in dienst bij werkgeefster, sinds 1 januari 2011 op basis van een arbeidsovereenkomst als formulemanager. Werknemer vraagt de kantonrechter te verklaren dat de CAO voor het Uitgeversbedrijf (hierna: de cao) op de arbeidsovereenkomst van toepassing is, waardoor de relatie- en concurrentiebedingen nietig zouden zijn. Daarnaast verzoekt hij dat deze bedingen worden vernietigd of gematigd voor de periodes waarin de cao niet algemeen verbindend was verklaard, of, als de cao helemaal niet van toepassing is, datzelfde subsidiair voor alle periodes.
Verder vordert werknemer betaling van achterstallig loon, opgebouwde vakantietoeslag, overuren, de maximale wettelijke verhoging daarover, wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en de bijbehorende salarisspecificaties. Ook wil hij dat werkgeefster 552,75 uur bijschrijft op zijn tijd-voor-tijd-saldo, op straffe van een dwangsom.
Oordeel
Op 24 oktober 2024 is werkgeefster failliet verklaard. Omdat de vorderingen van werknemer al vóór die datum waren ingesteld, is de procedure van rechtswege geschorst voor zover het gaat om geldvorderingen zoals achterstallig loon, vakantietoeslag, overuren, wettelijke verhoging, rente en incassokosten. Ook de vordering tot bijschrijving van overuren op het tijd-voor-tijd- saldo wordt als zodanig gezien en is daarom geschorst. De vordering tot het verstrekken van salarisspecificaties houdt verband met de geschorste vorderingen en wordt aangehouden.
De overige vorderingen, waaronder de vraag of de cao van toepassing is en of de relatie- en concurrentiebedingen nietig of vernietigbaar zijn, worden wel beoordeeld. De kantonrechter oordeelt dat de cao niet uitdrukkelijk tussen partijen is overeengekomen, maar wel van toepassing is (geweest) op grond van de algemeenverbindendverklaring en de aard van het werk. Werknemer werkte als hoofdredacteur van een sportvakblad, wat onder de werkingssfeer van de cao valt. Hierdoor geldt de cao voor de arbeidsovereenkomst tijdens de periodes dat deze algemeen verbindend is verklaard. Omdat de cao concurrentiebedingen verbiedt voor journalisten, zijn de relatie- en concurrentiebedingen in strijd met de cao en dus nietig in de betreffende periodes. Voor de overige periodes vernietigt de kantonrechter de bedingen alsnog, omdat werknemer hierdoor onbillijk wordt benadeeld. Zijn specialisatie maakt overstap naar ander werk lastig en werkgeefster heeft geen zwaarwegend belang aangevoerd om hem aan de bedingen te houden. De overige, niet-geschorste vorderingen hoeven daarom niet verder te worden behandeld.