Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 10 juni 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:1523
Anders dan kantonrechter kent hof wettelijke verhoging van 50% toe over te laat betaald salaris algemeen directeur/bestuurder.

Feiten

Atria is een stichting met (onder meer) als doel toonaangevend te zijn als landelijk en internationaal opererend kennisinstituut op het gebied van vrouwengeschiedenis en de emancipatie van vrouwen. Bij Atria was een vacature voor de positie van algemeen directeur/bestuurder. Werkneemster is door een van de bestuursleden van Atria benaderd om te solliciteren, hetgeen zij heeft gedaan. Zij is vervolgens op 1 oktober 2019 in dienst getreden als algemeen directeur-bestuurder. Partijen verschillen van mening over de juistheid van het door werkneemster verstrekte cv. In 2021 heeft een anoniem medewerkers-tevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Door medewerkers werd (stevige) kritiek op werkneemster geuit. Op 27 mei 2022 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Op 7 juli 2022 is een onderzoek naar (seksueel) grensoverschrijdend/intimiderend gedrag van werkneemster gestart. Uit de in dat kader gevoerde gesprekken, WhatsAppberichten, e-mailberichten, video-opnamen en persoonlijke logboeken van (voormalig) medewerkers van Atria, werd bekend dat werkneemster grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond. Van de 23 gesproken personen hebben 21 personen aangegeven intimiderend gedrag te hebben ervaren van werkneemster en hebben vijf personen aangegeven seksueel intimiderend gedrag van werkneemster te hebben ervaren. Bij brief van 5 december 2022 heeft Atria de vernietiging van de arbeidsovereenkomst met werkneemster ingeroepen op grond van bedrog, subsidiair dwaling. In de brief noemt Atria onder meer de onjuistheden in het cv en het (volgens haar grensoverschrijdende) gedrag van werkneemster. Op 22 december 2022 is tijdens de vergadering van Atria unaniem besloten tot het voorwaardelijk ontslag van werkneemster. De kantonrechter heeft in eerste aanleg voor recht verklaard dat de buitengerechtelijke vernietiging van de arbeidsovereenkomst door Atria geen stand kan houden en de arbeidsovereenkomst tussen partijen derhalve is blijven bestaan, en voor recht verklaard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen evenmin is geëindigd als gevolg van het ontslagbesluit van 22 december 2022, nu sprake was van een ontslagverbod tijdens ziekte. Atria is veroordeeld tot loondoorbetaling vanaf december 2022. De wettelijke verhoging over het achterstallige salaris is gematigd tot nihil. Werkneemster komt in hoger beroep met name op tegen die beperking van de wettelijke verhoging.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt. In de heden in de procedure met zaaknummer 200.340.431 gegeven beschikking heeft het hof de vernietigingsverklaring van Atria wegens bedrog dan wel dwaling, onder de aanzegging aan werkneemster dat zij het gedurende het gehele dienstverband uitbetaalde salaris diende te retourneren, zeer kwalijk geacht. Als gevolg van die verklaring heeft werkneemster gedurende lange tijd geen inkomen ontvangen. Het hof acht geen gronden aanwezig om de wettelijke verhoging over dit te laat betaalde salaris op een lager percentage dan 50% te bepalen. Het hof veroordeelt Atria dan ook tot betaling van 50% aan wettelijke verhoging over het door de kantonrechter toegekende achterstallig salaris.