Naar boven ↑

Update

Nummer 40, 2025
Uitspraken van 25 september 2025 tot 1 oktober 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. R. van Hemert, mr. P.H. de Jongh, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt, mr. R.R.T. van de Ven en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: studiekostenbeding voor Beroepsopleiding Advocatuur nietig, want in strijd met artikel 7:611a lid 1 en 2 BW
In AR 2025-1236 geeft de Hoge Raad antwoord op prejudiciële vragen van het Hof Den Haag inzake het studiekostenbeding voor de Beroepsopleiding Advocatuur. De Hoge Raad overweegt dat de Beroepsopleiding als noodzakelijke scholing in de zin van artikel 7:611a lid 1 BW kwalificeert. Vervolgens overweegt de Hoge Raad dat scholing in de zin van lid 1 ook scholing in de zin van lid 2 vormt. Dit strookt het meest met de bedoeling van de Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden (EU 2019/1152). De in de preambule genoemde exceptie voor beroepskwalificaties komt geen betekenis toe nu artikel 7:611a lid 1 BW de werkgever verplicht dergelijke scholing te verschaffen (de uitzondering op de uitzondering). Tot besluit antwoordt de Hoge Raad positief op de vraag van de NOvA of ook de permanente opleiding (PO-punten) onder scholing in de zin van lid 1 valt.

Hof: prejudiciële vragen aan Hof van Justitie over botsing EU-vrijheden versus sociale grondrechten (collectief onderhandelen)
In AR 2025-1237 oordeelt het Hof Den Haag dat de zogenoemde Dockers’ Clause (inhoudende dat vrachtschepen in beginsel gehouden zijn om hun vracht door havenarbeiders en niet door eigen personeel te laten vastzetten en lossen) naar het zich laat aanzien in strijd is met Unierecht. De rechtvaardigingsgronden voor een inbreuk op EU-vrijheden worden niet consequent en eenduidig toegepast (verbod van sjorren door boordpersoneel gaat niet op als er geen havenarbeiders zijn, waardoor de ratio van bescherming van boordpersoneel niet consequent is). Het Hof Den Haag overweegt dat er spanning kan zijn tussen de EU-vrijheden en sociale grondrechten. Het vraagt het Hof van Justitie de grenzen tussen beide fundamentele rechten scherper te trekken. To be continued.

Ktr.: meenemen van huisdier (hond) naar werk is een verworven arbeidsvoorwaarde
In AR 2025-1230 oordeelt de kantonrechter dat het meenemen van de hond naar het werk een verworven recht is van werknemer (fysiotherapeut). Ook als dit niet expliciet bij indiensttreding is overeengekomen, ontstaat op basis van de gedragslijn een arbeidsvoorwaarde: werknemer mag zes jaar zijn hond meenemen zonder dat daar bezwaar tegen wordt gemaakt. Werkgever kan deze arbeidsvoorwaarde niet eenzijdig wijzigen, omdat er geen eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst staat. Het argument dat werknemer met de wijziging zou moeten instemmen omdat sprake zou zijn van zwaarwegende gewijzigde omstandigheden, slaagt niet. De door werkgever aangevoerde overlast en incidenten zijn onvoldoende onderbouwd en betreffen grotendeels andere honden; er zijn geen klachten over de hond van werknemer. De kantonrechter concludeert dat het algemene verbod van het meenemen van dieren naar het werk tegenover werknemer niet redelijk is en dat hij niet kan worden verplicht het meenemen van zijn hond te staken. 

Ktr.: onzorgvuldig onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag directeur leidt tot ernstig verwijtbaar handelen werkgever. Billijke vergoeding € 75.000 volgt WNT-norm
In AR 2025-1235 oordeelt de kantonrechter dat het persoonsgericht onderzoek naar aanleiding van anonieme meldingen dusdanige gebreken vertoont (suggestieve vraagstelling, geen inzage in conceptrapportage, eigen onderzoeksprotocol geschonden) dat de verstoorde arbeidsrelatie aan de werkgever te wijten is. Voor de begroting van de billijke vergoeding wordt aangesloten bij de maximale vergoeding onder de WNT. Hoewel de kantonrechter hier in het kader van de billijke vergoeding niet aan gebonden is, zijn het doel en de strekking van de WNT wel relevante omstandigheden waar de kantonrechter rekening mee houdt. Werkgever wordt bovendien veroordeeld om een deel van de advocaatkosten te vergoeden.

Ktr.: ontziemaatregel kan zowel voor 40-urige werkweek als 36-urige werkweek worden ingezet
In AR 2025-1225 oordeelt de kantonrechter dat van een werknemer niet kan worden verlangd dat hij eerst zijn 40-urige dienstverband terugbrengt naar de gebruikelijke 36 uur conform de cao, voordat de ‘ontziemaatregel’ uit diezelfde cao kan worden toegekend. Die ontzie-uren staan los van omvang van het contract.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank