Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Zutphen), 30 juli 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:7820
Feiten
Werknemer (geboren in 1966) werkt sinds 1 oktober 2002 in dienst van het Waterschap Rijn en IJssel (hierna: het Waterschap), vanaf 1 januari 2020 op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. De functie van werknemer is servicemedewerker. Werknemer werkt vanaf het begin van zijn aanstelling/dienstverband 40 uur per week. Op de arbeidsovereenkomst is de (standaard-)cao Werken voor waterschappen van toepassing (hierna: de cao). De cao kent sinds 2022 de zogenoemde Ontziemaatregel. Deze maatregel biedt de werknemer vanaf de leeftijd van 58 jaar die werkzaamheden uitvoert onder fysiek verzwarende omstandigheden recht op ‘ontzie-uren’. Vanaf 58 jaar heeft de werknemer recht op 2,5 ontzie-uren en vanaf 60 jaar wordt dit recht verhoogd tot (maximaal) 5 uren. Voor de ontzie-uren vindt volgens de cao geen inhouding op het loon plaats. Werknemer heeft op enig moment aan het Waterschap laten weten dat hij van de Ontziemaatregel gebruik wil maken. Het Waterschap heeft dit verzoek afgewezen en aangegeven dat dit pas kan als de arbeidsduur eerst wordt teruggebracht naar ‘de normale arbeidsduur van 36 uur die volgens de cao de norm is’. Werknemer vordert onder meer een verklaring voor recht dat hij op grond van de cao recht heeft op toepassing van de Ontziemaatregel.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat er sprake is van het verrichten van werkzaamheden in een functie waarbij sprake is van werken onder fysiek verzwarende omstandigheden. Werknemer heeft daarom recht op urenvermindering, zoals het Waterschap ook erkent. De vraag die partijen verdeeld houdt, is of bij toepassing van de Ontziemaatregel uitgegaan moet worden van een 40-urige of van een 36-urige werkweek. De kantonrechter stelt in navolging van partijen vast dat de standaardvoltijdsarbeidsduur in de cao is bepaald op 36 uur per week. De cao kent echter ook een mogelijkheid voor uitbreiding van de arbeidsduur tot een maximale arbeidsduur van 40 uur per week. In paragraaf 5.3.4. van de cao, waarin de Ontziemaatregel is vastgelegd, is niet bepaald dat de maatregel alleen kan worden toegepast bij een arbeidsduur van (maximaal) 36 uur. Uit de nieuwsbrief van november 2019 van de Vereniging voor werken voor waterschappen kan worden afgeleid dat de cao-partijen de samenloop van uitbreiding van arbeidsduur (naar 40 uur) enerzijds en toepassing van de Ontziemaatregel anderzijds, hebben onderkend en mogelijk geacht. Elders in de cao zijn geen aanknopingspunten te vinden voor de door het Waterschap bepleite beperking. De kantonrechter overweegt voorts dat de strekking van de Ontziemaatregel is dat bepaalde, in de cao aangewezen, werknemers recht hebben op minder werk met behoud van loon. Werknemer heeft terecht aangevoerd dat het onredelijk zou zijn als deze werknemers eerst 10% van hun arbeidsomvang (en daarmee 10% van hun loon) zouden moeten inleveren om pas daarna van de Ontziemaatregel gebruik te kunnen maken. De kantonrechter komt tot de slotsom dat de urenvermindering moet worden toegepast op de 40 uur die werknemer wekelijks werkt. De vorderingen van werknemer worden dan ook toegewezen.
