Rechtspraak
Feiten
Werknemer was in dienst van LS Uitzendbureau en werd uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor MC Contracting. Op 16 oktober 2020 heeft werknemer schilderwerkzaamheden verricht op een brug. Tijdens deze werkzaamheden is hem een ongeval overkomen, waarbij hij letsel heeft opgelopen. In eerste aanleg heeft werknemer o.a. gevorderd dat MC Contracting en LS Uitzendbureau hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van het ongeval. De kantonrechter heeft de vorderingen toegewezen. MC contracting komt tegen het vonnis in hoger beroep.
Oordeel
De grieven van MC Contracting richten zich in feite tegen de waardering door de kantonrechter van de verklaringen die de getuigen hebben afgelegd. MC Contracting betoogt dat de kantonrechter ten onrechte geconcludeerd heeft dat MC Contracting haar zorgplicht heeft geschonden. MC Contracting heeft in hoger beroep aangevoerd dat zich een ander ongevalssccenario heeft voorgedaan, namelijk dat werknemer geschrokken was van een snel passerende brommer waarvoor hij wilde wegspringen, hij daarbij is gestruikeld en met zijn gezicht op het asfalt is terechtgekomen. Het hof acht deze gestelde toedracht onvoldoende aannemelijk. Naar het oordeel van het hof is voldoende steun in de stukken voor de verklaring van werknemer dat hij is aangereden door een scooter. Het hof oordeelt dat MC Contracting niet aan haar zorgplicht heeft voldaan. Zij heeft onvoldoende specifieke instructies gegeven en onvoldoende maatregelen getroffen om het ongeval te voorkomen. Het alleen plaatsen van enkele kegels en het verstrekken van een reflecterend veiligheidsvest acht het hof onvoldoende. Ook blijkt niet dat er deugdelijk toezicht heeft plaatsgevonden op naleving van gegeven instructies en getroffen maatregelen. Er zijn verder geen aanknopingspunten voor de stelling dat werknemer zich bewust roekeloos heeft gedragen. Zelfs als moet worden uitgegaan van het scenario dat werknemer is geschrokken van een snel passerende brommer en daardoor is gevallen, leidt dit niet tot het oordeel dat hij bewust roekeloos heeft gehandeld. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.
