Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 28 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:6555
Feiten
Op 6 januari 2025 is werkneemster bij Crown Bedrijfsdiensten B.V. (hierna: Crown) in dienst getreden. Werkneemster verrichtte onder meer administratieve werkzaamheden voor Crown. Op 29 juni 2025 is werkneemster per e-mail op staande voet ontslagen, onder meer vanwege het registreren van een niet-bestaande medewerker en het accorderen van uitbetaling van niet door die (niet-bestaande) medewerker gewerkte uren. Werkneemster berust in het ontslag en vordert in kort geding loon over de periode 2 juni tot en met 29 juni 2025, de transitievergoeding, de vergoeding wegens onregelmatig ontslag en een billijke vergoeding.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Loon tot einde arbeidsovereenkomst
Vast staat dat de arbeidsovereenkomst per 29 juni 2025 is geëindigd. Daarmee heeft werkneemster in elk geval tot die datum recht op loon en een financiële eindafrekening van het dienstverband. Crown wordt veroordeeld tot betaling aan werkneemster van een bedrag van € 3.085,72 netto.
Ontslag op staande voet
Geoordeeld wordt dat als komt vast te staan dat werkneemster een niet-bestaande medewerker van Crown heeft geregistreerd en uren voor uitbetaling heeft geaccordeerd, wetende dat hij geen werkzaamheden voor Crown verrichtte, er sprake is althans kan zijn van een dringende reden. De door Crown aangedragen bewijzen wijzen wel in die richting. Om echter met voldoende zekerheid te kunnen beoordelen of dat zo is, is nader onderzoek naar de handelwijze van werkneemster nodig en daar leent dit kort geding zich niet voor. Ook kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat Crown wel of niet aan de vereisten van onverwijldheid heeft voldaan. De vorderingen van werkneemster op dit punt worden dan ook afgewezen.
