Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 11 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4852
Het ontslag op staande voet houdt geen stand. Samengestelde dringende redenen. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden omdat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie.

Feiten

Werknemer is vanaf 1 januari 2025 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als werkplaatschef en automonteur bij werkgever in dienst. Op 31 maart 2025 heeft werknemer zich ziekgemeld. Op donderdag 3 april 2025 is hij weer gaan werken en heeft hij geïnformeerd naar zijn loon over de maand maart dat toen nog niet was uitbetaald. Op 7 april 2025 is er een gesprek geweest tussen werknemer en de vennoten van werkgever over de uitbetaling van zijn loon. Later die dag heeft nog een gesprek plaatsgevonden en heeft werkgever aan werknemer gevraagd waar de werkkaart is van de auto van de oom van werknemer, waaraan hij reparaties had verricht. Op 8 april 2025 heeft werknemer zich ziek gemeld. Werknemer is op 10 april 2025 op staande voet ontslagen, omdat hij tijdens werktijd werkzaamheden heeft verrichten aan de auto van zijn oom en de werkkaart met daarop de reparaties uit het systeem heeft verwijderd. Werknemer verzoekt om vernietiging van het ontslag op staande voet en doorbetaling van loon. Subsidiair verzoekt hij verschillende vergoedingen. Werkgever verzoekt een gefixeerde schadevergoeding en voor het geval het ontslag op staande voet geen stand houdt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een transitievergoeding. 

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. In de ontslagbrief van 10 april 2025 wordt een drietal verwijten gemaakt. Uit de brief volgt dat alle omstandigheden tezamen hebben geleid tot het ontslag op staande voet. Er is dus sprake van een samengestelde dringende reden. Bij beantwoording van de vraag of sprake is van een dringende reden moeten dus alle werknemer verweten gedragingen worden betrokken. Dit betekent ook dat als een gedeelte van de feiten die aan het ontslag ten grondslag zijn gelegd niet komt vast te staan, het ontslag op staande voet geen stand houdt. Vast is komen te staan dat werknemer de werkkaart van de auto van zijn oom uit het computersysteem heeft verwijderd. Hierdoor is niet duidelijk welke werkzaamheden zijn verricht en is er ook geen factuur opgemaakt. Op de mondelinge behandeling is vast komen te staan dat op het moment dat de oom van werknemer de auto kwam ophalen er geen factuur voor de werkzaamheden aan zijn auto is opgemaakt. Werknemer zei dat hij hier een afspraak over had met een van de vennoten. Wat partijen precies over de werkzaamheden aan de auto van de oom hebben afgesproken is niet vast komen te staan. Het ligt op de weg van de werkgever om dit te bewijzen. Relevant is nog wel dat vaststaat dat het ging om betrekkelijk geringe werkzaamheden waarvan werkgever op de hoogte was en waarop verder geen duidelijke sturing door werkgever heeft plaatsgevonden. Voor een fraude/diefstal heeft werkgever onvoldoende aanknopingspunten gegeven. Er lijkt eerder sprake te zijn geweest van miscommunicatie. Ook de derde ontslagreden, namelijk dat werknemer niet zou hebben voldaan aan redelijke opdrachten van de werkgever, is niet feitelijk onderbouwd Omdat deze opgegeven reden niet vast is komen te staan en er sprake is van een samengestelde dringende reden moet worden geconcludeerd dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. Er is sprake van een tweetal tijdelijke arbeidsovereenkomsten. De kantonrechter komt op basis van de twee overeenkomsten en hetgeen partijen hierover hebben gesteld tot de conclusie dat partijen een arbeidsovereenkomst voor een jaar zijn aangegaan met een loonsverhoging per 1 juli 2025. De kantonrechter is van oordeel dat niet blijkt dat er sprake is van verwijtbaar gedrag van werknemer en er ook geen sprake is van een voldragen disfunctioneringsgrond en dat daarom de arbeidsovereenkomst niet kan worden ontbonden. De kantonrechter komt wel tot het oordeel dat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie en ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2025. Werkgever wordt veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding.