Naar boven ↑

Rechtspraak

Gemeenschappelijke Regeling Sociaal/werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 24 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11373
Ontbinding arbeidsovereenkomst directeur (g-grond). Ernstig verwijtbaar handelen werkgever. Onzorgvuldig onderzoek naar werknemer na anonieme melding van grensoverschrijdend gedrag. Werknemer heeft recht op transitievergoeding, billijke vergoeding, passende regeling (cao SGO) en gedeeltelijke vergoeding van advocaatkosten.

Feiten

Gemeenschappelijke Regeling Sociaal (hierna: GR Sociaal) is een openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Binnen GR Sociaal werken de zeven Drechtsteden samen op onderwerpen in het sociale domein. Werknemer is vanaf 1 augustus 2018 bij GR Sociaal in dienst als directeur. Op 2 december 2024 heeft GR Sociaal een anonieme brief ontvangen over vermeende misstanden, integriteitsschendingen en falende dienstverlening bij de Sociale Dienst (onderdeel van GR Sociaal). De rol die werknemer daarbij als directeur zou spelen, wordt in de brief ook benoemd. GR Sociaal heeft daarop besloten een onderzoek te laten uitvoeren door onderzoeksbureau Strated. Strated heeft bij een anoniem meldpunt meer dan honderd meldingen ontvangen en met iets minder dan honderd personen gesproken. Naar aanleiding van de tussentijdse resultaten heeft GR Sociaal besloten om ook een persoonsgericht onderzoek naar werknemer in te stellen. Werknemer is daarop met ingang van 30 januari 2025 geschorst. De conclusies van het rapport van 5 juli 2025 zijn dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan belangenverstrengeling, misbruik van zijn positie en bevoegdheden, nepotisme, afwijken van bestaande inhuur-/aanbestedingsregels en het structureel vertonen van grensoverschrijdend gedrag. GR Sociaal verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op de e-, g- dan wel i-grond.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Persoonsgericht onderzoeksrapport onzorgvuldig tot stand gekomen

GR Sociaal baseert haar stelling dat werknemer verwijtbaar heeft gehandeld volledig op het persoonsgerichte onderzoeksrapport van Strated. De kantonrechter komt echter tot het oordeel dat het rapport niet zorgvuldig tot stand is gekomen en licht dit als volgt toe. Op GR Sociaal rustte een onderzoeksverplichting naar aanleiding van een anonieme brief van 2 december 2024. Voor zulke situaties heeft GR Sociaal een interne richtlijn. Een belangrijk punt uit deze richtlijn is dat het aan het dagelijks bestuur is om tot een oordeel te komen over de feiten en omstandigheden rondom de integriteitsschending: de onderzoekers beperken zich tot het objectief vaststellen van het feitencomplex. Dit laatste heeft Strated niet gedaan; zij trekt zelf (vergaande) conclusies naar aanleiding van de feiten die zij dacht te hebben vastgesteld. Dat is onzorgvuldig, gelet op voornoemde richtlijn. Daarbij komt dat Strated het onderzoek zo heeft ingestoken dat aan de hand van vijf hypothesen is onderzocht of de daaraan ten grondslag liggende bestaande vermoedens uit het vooronderzoek bevestigd kunnen worden. In die werkwijze schuilt het gevaar van een doelredenering en staat waarheidsvinding niet voorop. Voorts is de vraagstelling van Strated niet altijd objectief geweest. Zo heeft zij aan een voormalig directielid gevraagd of het hem zou verbazen als er meer dan vijftien personen zouden zijn die de ervaring hebben dat werknemer grenzen van het betamelijke heeft overschreden. Deze vraagstelling is naar het oordeel van de kantonrechter te suggestief en niet feitelijk van aard. Werknemer heeft daarnaast onweersproken en onderbouwd aangevoerd dat Strated ontlastende informatie heeft weggelaten uit het rapport. Tot slot oordeelt de kantonrechter in dit kader dat GR Sociaal werknemer in de gelegenheid had moeten stellen op het conceptrapport te reageren. Dat dit niet is gebeurd, is onzorgvuldig en in strijd met het onderzoeksprotocol.

Geen verwijtbaar handelen (e-grond)

Een groot deel van de conclusies uit het rapport kunnen, ook door de onzorgvuldige totstandkoming van het rapport, niet als vaststaand worden aangenomen. De gedragingen die wel vaststaan, zijn niet zodanig verwijtbaar dat van GR Sociaal niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het zwaartepunt van het ontbindingsverzoek ligt bij de hypothese dat werknemer structureel grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond. Hiervan is echter onvoldoende gebleken. Een groot deel van de anonieme verklaringen hierover is niet feitelijk van aard; hierin staan vaak algemeenheden, waardeoordelen en kwalificaties.

Verstoorde arbeidsverhouding (g-grond)

De kantonrechter is van oordeel dat de arbeidsverhouding tussen partijen ernstig en duurzaam is verstoord. Voor de functie van directeur is vertrouwen cruciaal en dat ontbreekt. Niet is gebleken van reële mogelijkheden om het vertrouwen duurzaam te herstellen. Herplaatsing ligt niet in de rede. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst volgt.

Vergoedingen

Werknemer heeft recht op de transitievergoeding van € 31.688,83 bruto. Nu de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van GR Sociaal, heeft werknemer tevens recht op een billijke vergoeding. De kantonrechter acht een billijke vergoeding van € 75.000 bruto passend. Hierbij weegt mee dat op de arbeidsrelatie de WNT van toepassing is; deze wet maximeert de ontslagvergoeding op € 75.000. Hoewel de kantonrechter hier in het kader van de billijke vergoeding niet aan gebonden is, zijn het doel en de strekking van de WNT wel relevante omstandigheden waar de kantonrechter rekening mee houdt. Voorts heeft werknemer recht op een passende regeling op grond van de cao SGO, bestaande uit de WW-uitkering, aanvullende uitkering, na-wettelijke uitkering en reparatie-uitkering. Ten slotte oordeelt de kantonrechter dat GR Sociaal een deel van de advocaatkosten van werknemer moet vergoeden, nu sprake is van een schending van goed werkgeverschap. Dit komt neer op een bedrag van € 25.338,28 netto.