Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Yavuz Tandheelkundig Centrum Rotterdam B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 22 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11064
Zwangere werkneemster verzoekt ontbinding. Geen verboden onderscheid in verband met zwangerschap. Geen recht op transitievergoeding en/of billijke vergoeding. Tegenverzoek op de g-grond.

Feiten

Werkneemster werkt sinds 2021 als tandartsassistente en baliemedewerkster bij Yavuz Tandheelkundig Centrum Rotterdam B.V. (hierna: werkgeefster). Werkneemster stelt dat werkgeefster verboden onderscheid maakt op grond van geslacht en dat zij werkneemster benadeelt vanwege haar zwangerschap. Toen werkneemster werkgeefster meedeelde dat haar zwangerschap zwaar verliep, verplichtte werkgeefster haar eerst om een addendum bij de arbeidsovereenkomst te tekenen waarin staat dat zij minder uren gaat werken, om haar vervolgens twee weken later een beëindigingsovereenkomst aan te bieden. Het vermoeden bestaat dat werkgeefster dit vanwege de zwangerschap van werkneemster heeft gedaan, aldus werkneemster. Zij verzoekt ontbinding en betaling van de transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 20.397,38 en verval van het concurrentie- en relatiebeding. Werkgeefster betwist het verboden onderscheid op grond van zwangerschap. Er is inderdaad een addendum bij de arbeidsovereenkomst en een beëindigingsovereenkomst voorgelegd, maar dit heeft met verboden onderscheid niets te maken.

Oordeel

Werkneemster vraagt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werkgeefster verzet zich hier niet tegen en vraagt op haar beurt zelf ook ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst wordt daarom ontbonden. De kantonrechter stelt als einddatum 1 november 2025 vast. Wil werkneemster vertrekken bij werkgeefster, dan kan dat uiteraard, maar in dat geval heeft zij geen recht op een transitievergoeding en/of billijke vergoeding. Dit is alleen anders als het einde van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgeefster. De kantonrechter is van oordeel dat de situatie wezenlijk anders ligt dan werkneemster doet voorkomen in haar verzoekschrift en dan wat zij op de zitting heeft verklaard. In een uitgebreid videogesprek tussen partijen, dat op verzoek van werkneemster heeft plaatsgevonden, gaf zij aan dat zij klachten had gekregen en na haar bevalling niet meer wilde terugkomen. Werkneemster wilde ook zo veel mogelijk vakantiedagen voor haar zwangerschapsverlof opnemen. Werkneemster werkte op 2 april 2025 geen 24 uur per week, zoals overeengekomen, maar 16 uur per week. Deze urenvermindering had werkneemster op 20 januari 2025 zelf voorgesteld omdat een bepaalde tandarts in deze periode tijdelijk minder werkte, zo blijkt uit berichten die hierover tussen werkgever en werkneemster zijn gewisseld. Het oordeel dat werkgeefster met het addendum kwade bedoelingen had, dat het gaat om verboden onderscheid om de enkele reden dat werkneemster zwanger was, gaat echter te ver. Van die kwade bedoelingen, dan wel van verboden onderscheid op grond van de zwangerschap van werkneemster, blijkt ook niet uit het op 18 april 2025 voorleggen van een vaststellingsovereenkomst, ook niet als dit wordt beschouwd in combinatie met het aanbieden van het eerdere addendum. De gang van zaken rondom het addendum en de beëindigingsovereenkomst en het einde van de arbeidsovereenkomst houdt naar het oordeel van de kantonrechter geen verband met verboden onderscheid. Werkneemster vraagt voor recht te verklaren dat werkgeefster geen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding in de arbeidsovereenkomst. Werkgeefster heeft zich hiermee akkoord verklaard. Dit verzoek wordt daarom toegewezen. Ten aanzien van de ontbinding krijgt werkneemster een termijn om haar verzoek in te trekken. Werkgeefster vraagt, voor het geval werkneemster haar verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst binnen de gestelde termijn intrekt, ook om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met als reden een verstoorde arbeidsverhouding. Dit verzoek wordt toegewezen onder toekenning van de transitievergoeding.