Feiten

In deze zaak heeft het hof een tussenarrest uitgesproken op 14 mei 2024. Na het tussenarrest heeft werknemer een aangepaste loonberekening ingediend en opgave gedaan van de kosten van het door hem tijdens het hoger beroep ten laste van ESBV gelegde conservatoir derdenbeslag. ESBV heeft daarop gereageerd.

Oordeel

In het tussenarrest is overwogen dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat werknemer in 2017 voldeed aan de 900-urennorm als bedoeld in artikel 34 lid 3 van de cao voor de Glastuinbouw. Daarom is werknemer in de gelegenheid gesteld om een aangepaste berekening van zijn loonvordering over te leggen. Vervolgens is overwogen dat deze loonberekening ook consequenties kan hebben voor de hoogte van het in hoger beroep alsnog gevorderde bedrag van € 16.247,33 bruto dat werknemer in eerste aanleg abusievelijk niet heeft gevorderd. Werknemer heeft bij akte overlegging productie, tevens akte wijziging eis een nieuwe loonberekening overgelegd en heeft daarbij zijn vordering gewijzigd. Het hof acht deze (als nieuwe grief aan te merken) eiswijziging in strijd met de tweeconclusieregel die meebrengt dat werknemer in hoger beroep zijn eis in beginsel niet later dan in zijn memorie van antwoord mocht veranderen, terwijl zich hier geen van de in de rechtspraak aanvaarde uitzonderingen op deze in beginsel strakke regel voordoet. De eiswijziging is derhalve te laat naar voren gebracht en zal door het hof buiten beschouwing worden gelaten. Werknemer maakt aanspraak op nabetaling van loon en vakantiebijslag over de periode tot en met week 17 van 2021. Een bedrag van € 39.709,37 bruto is verschuldigd aan loon, toeslagen en overwerk en een bedrag van € 2.921,08 bruto aan vakantiebijslag, dat is in totaal een bedrag van € 42.630,45 bruto. Daarnaast wordt een bedrag van € 4.436,64 aan beslagkosten toegewezen.