Naar boven ↑

Update

Nummer 32, 2025
Uitspraken van 31 juli 2025 tot 6 augustus 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. R. van Hemert, mr. P.H. de Jongh, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt, mr. R.R.T. van de Ven en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Ktr.: geen opvolgend werkgeverschap van equity partner die aansluitend weer als salary partner (werknemer) in dienst treedt bij dezelfde werkgever
In AR 2025-0964 oordeelt de kantonrechter onder meer over de vraag of er sprake is van opvolgend werkgeverschap bij een voortzetting van het dienstverband (van equity partner naar salary partner) voor dezelfde entiteit in het kader van de transitievergoeding. Volgens de kantonrechter is niet voldaan aan de vereisten van opvolgend werkgeverschap omdat de vaardigheden en verantwoordelijkheden van een salary partner en een equity partner wezenlijk anders zijn. Een equity partner is aandeelhouder met stemrecht en daarmee medebeleidsbepaler ten aanzien van de strategie van werkgever en deze heeft invloed op de benoeming van de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Dat behoort niet tot de taak van een werknemer met de titel salary partner, welke functie werknemer vanaf 1 juni 2018 vervulde. De transitievergoeding dient dan ook te worden berekend vanaf die datum.

Ktr.: verbod voor werkneemster om – intern en extern – uitlatingen te doen over haar ontslag op staande voet en bepaalde personen binnen het bedrijf is niet in strijd met artikel 10 EVRM
In AR 2025-0968 oordeelt de voorzieningenrechter over een verbod om intern en extern uitlatingen te doen over bepaalde personen binnen het bedrijf. Naar het oordeel van de rechter is dit niet in strijd met artikel 10 EVRM. Werkneemster beticht diverse partners van een financiele instelling van fraude en ander verwijtbaar gedrag. Zij deelt hierover mails en geluidsopnames met derden, die schadelijk zijn voor betrokkenen. De rechter gebiedt werkneemster hiermee te stoppen op straffe van een dwangsom.

Ktr.: in Radio 1-interview noemen van naam werknemer kwalificeert als overtreding van het geheimhoudingsbeding in vaststellingsovereenkomst die voortduurt totdat werkgever vraagt om verwijdering van interview op internet
In AR 2025-0969 staat de vraag centraal of het meermalen noemen van (de naam van) werknemer in een radio-interview over wetenschappelijke integriteit door de rector magnificus van de betreffende universiteit ook meermalen een overtreding van het geheimhoudingsbeding uit de vaststellingsovereenkomst oplevert. Volgens de kantonrechter is dat niet het geval en moet het interview als één overtreding worden gezien (€ 5.000 boete). Over het voortduren van de overtreding overweegt de kantonrechter dat de weigering van Argos (radio 1) om het interview van haar website te halen, niet met zich brengt dat er een voortdurende overtreding is. Deze wordt beperkt tot de dag dat de universiteit een verzoek tot verwijdering van de website heeft gedaan.

Rb.: afwijzing verzoek avv van cao in bedrijfstak waarin reeds een avv-cao is, is niet in strijd met het recht
In AR 2025-0952 oordeelt de rechtbank dat een weigering van avv-verklaring onder meer aan de orde kan zijn als avv van (een) cao-bepaling(en) een te grote benadeling van de rechtmatige belangen van derden in de betrokken bedrijfstak of daarbuiten met zich brengt. Volgens de minister volgt uit het Toetsingskader AVV dat bij overlap van werkingssfeerbepalingen van verschillende cao’s twee situaties zijn te onderscheiden met ieder een eigen uitkomst: (i) de situatie waarin een avv-verzoek wordt gedaan voor een niet doorgaans avv-cao die werkingssfeeroverlap veroorzaakt met een reeds algemeen verbindend verklaarde cao of een doorgaans avv-cao, en (ii) de situatie dat een avv-verzoek wordt gedaan voor een doorgaans avv-cao die werkingssfeeroverlap heeft met een reeds algemeen verbindend verklaarde cao of een andere doorgaans avv-cao. Anders dan eiseressen stellen, volgt uit het Toetsingskader AVV niet dat voor de minister een rol is weggelegd bij het oplossen van werkingssfeeroverlap tussen verschillende cao’s en dat hij daartoe een stappenplan moet doorlopen. Dat de minister de cao PB als doorgaans avv-cao heeft gekwalificeerd valt binnen de beoordelingsvrijheid die de minister heeft en is overigens ook niet onbegrijpelijk omdat de cao PB meermaals algemeen verbindend is verklaard. De Staat heeft gemotiveerd betwist dat het beleid zoals dat in het Toetsingskader AVV is neergelegd en door de minister in zijn besluit van 9 april 2025 is toegepast ertoe leidt dat er geen mogelijkheid bestaat om avv voor een andere dan de doorgaans avv-cao te vragen. Bovendien geldt dat een cao alleen algemeen verbindend is voor de periode waarop een avv-besluit ziet. Buiten die periode zijn de partijen bij de cao VD dus niet gebonden aan de cao PB. Ook in zoverre is er dus geen sprake van doorlopende exclusieve werking. Een en ander neemt niet weg dat als onverminderd aan het meerderheidsvereiste wordt voldaan er een aanmerkelijke kans is dat de minister het avv-verzoek voor de cao PB zal toewijzen. Dat rechtvaardigt in het licht van het voorgaande echter op geen enkele wijze de conclusie dat de minister in strijd handelt met (de uitgangspunten van) de wet AVV of enig ander (hoger) wettelijk voorschrift.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank