Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 14 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4684
Feiten
ETS Isolatie B.V. (hierna: ETS) heeft werknemer op staande voet ontslagen, volgens werknemer was dat onterecht. Daarom is hij een procedure begonnen bij de kantonrechter waarin hij, kort gezegd, (door)betaling van loon verzocht vanaf de datum van het ontslag op staande voet tot de datum dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig wordt beëindigd. ETS is van mening dat zij werknemer terecht heeft ontslagen. Voor zover het ontslag op staande voet desalniettemin geen stand houdt, heeft zij bij wijze van tegenverzoek ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht. Daarnaast heeft zij een aantal nevenverzoeken gedaan. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is vanwege het ontbreken van een dringende reden, waarmee de opzegging dus vernietigbaar is. Wel heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst per 1 september 2024 ontbonden omdat tussen partijen inmiddels sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat voortzetting daarvan zinloos is geworden. Daarbij heeft de kantonrechter ETS veroordeeld to betaling van de transitievergoeding (€ 5.160,62 bruto), een billijke vergoeding (€ 4.000 bruto), en het loon met emolumenten over de periode gelegen tussen de datum van het ontslag op staande voet en de ontbindingsdatum. ETS is het daar niet mee eens. De bedoeling van haar hoger beroep is dat het hof alsnog voor recht verklaart dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven. In samenhang daarmee verzoekt zij, kort gezegd, werknemer te veroordelen tot terugbetaling van alle bedragen die ETS op basis van de beschikking van de kantonrechter aan werknemer heeft betaald. Daarnaast verzoekt ETS in hoger beroep onder meer om de wettelijke gefixeerde schadevergoeding aan haar toe te kennen voor een terecht gegeven ontslag op staande voet (€ 4.407 bruto), om voor recht te verklaren dat werknemer geen recht heeft op aan hem uitbetaalde bonussen ten bedrage van € 25.169 (incl. btw), en om hem te veroordelen tot betaling aan ETS van verbeurde boetes, namelijk overtreding van het concurrentiebeding (€ 140.000), het nevenbeding (€ 280.000) en/of het geheimhoudingsbeding (€ 140.000), en het zonder toestemming rijden van privékilometers (€ 31.567,27). Het hof heeft op dit gewijzigde verzoek beslist, omdat tegen de wijziging als zodanig geen bezwaar is gemaakt en het hof ook zelf geen grond ziet om de wijzigingen niet toe te laten. Ook werknemer is het niet eens met de uitspraak van de kantonrechter. Hij wil een hogere billijke vergoeding.
Oordeel
Het hof is van oordeel dat het ontslag op staande voet wel rechtsgeldig is gegeven omdat werknemer zijn concurrentiebeding heeft verwijderd dan wel heeft laten verwijderen van zijn account (digitaal) en/of personeelsdossier (fysiek). Op dit punt slaagt het hoger beroep van ETS. Voor wat betreft overtreding van het concurrentiebeding, het nevenwerkzaamhedenbeding en het geheimhoudingsbeding, heeft het hof werknemer verzocht nadere stukken in het geding te brengen. Ook ETS wordt gevraagd nadere informatie over te leggen, namelijk in het kader van de boete die werknemer volgens haar verschuldigd is in verband met overtreding van het verbod op rijden van privékilometers met de bedrijfsauto. Het hoger beroep van werknemer met betrekking tot een hogere billijke vergoeding heeft het hof verworpen, omdat naar het oordeel van het hof ETS van het einde van de arbeidsovereenkomst geen (ernstig) verwijt kan worden gemaakt, zodat werknemer überhaupt geen aanspraak kan maken op een billijke vergoeding en de eerder toegekende vergoeding aan ETS zal moeten terugbetalen. Naar het oordeel van het hof hoeft werknemer de ontvangen bonussen niet terug te betalen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.