Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/DAS
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 16 juni 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:4665
Werknemer vordert een transitievergoeding en billijke vergoeding wegens vermeende leeftijdsdiscriminatie en klokkenluidersmelding na niet-verlenging arbeidsovereenkomst na pensioen. Verzoeken worden afgewezen.

Feiten

Werknemer is op 1 april 2001 in dienst getreden bij DAS als jurist. Op 23 april 2021 bereikt hij de pensioengerechtigde leeftijd, waarna hij via vijf opeenvolgende tijdelijke contracten blijft werken als specialist kwaliteit. Het laatste contract loopt tot 31 december 2024. Eind oktober 2024 laat werkgever mondeling weten dat het contract niet wordt verlengd. Dit wordt op 7 november 2024 schriftelijk bevestigd. Op 19 november 2024 doet werknemer twee meldingen onder de klokkenluidersregeling. Begin januari 2025 solliciteert hij opnieuw op zijn functie, maar de vacature blijkt al vervuld. Werknemer vordert € 100.000 aan transitievergoeding, billijke vergoeding en schadevergoeding wegens leeftijdsdiscriminatie en benadeling na klokkenluidersmeldingen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt rechtsgeldig van rechtswege bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, zoals bepaald in de cao. De opvolgende tijdelijke contracten beginnen na die datum, waardoor de Ragetlieregel niet van toepassing is. Werknemer heeft daarom geen recht op een transitievergoeding. Ook de billijke vergoeding wijst de kantonrechter af. De beslissing om het contract niet te verlengen vindt plaats vóór de klokkenluidersmeldingen. Er bestaat geen causaal verband tussen de meldingen en het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst, noch blijkt sprake van leeftijdsdiscriminatie.