Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Gemeente Wageningen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 21 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4495
Het hof vernietigt de beschikking in eerste aanleg en herstelt de arbeidsovereenkomst van werknemer. Er is geen sprake van een voldragen ontbindingsgrond.

Feiten

Werknemer heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kantonrechter. Het doel van dat hoger beroep is in de eerste plaats herstel van de arbeidsovereenkomst. Mocht het hof hiertoe niet overgaan dan wil werknemer een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een latere ingangsdatum van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer heeft, zonder zijn formele werkgever de gemeente Wageningen daarover vooraf te informeren, gedurende zijn dienstverband samen met een medevennoot twee vennootschappen onder firma opgericht waarin hij vennoot is. Volgens de gemeente Wageningen is werknemer ondanks een gesprek en officiële waarschuwing doorgegaan met het verrichten van nevenwerkzaamheden tijdens werktijden en ziekteperioden. De gemeente heeft een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend op de e-, g- en i-grond. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden met ingang van de datum van de beschikking op grond van verwijtbaar handelen van werknemer. 

Oordeel

Het hof herstelt de arbeidsovereenkomst per 8 november 2024. Daarbij is overwogen dat het aan werknemer te verwijten is dat hij het verrichten van nevenwerkzaamheden niet uit zichzelf heeft gemeld in het gesprek. Daartegenover staat dat de gemeente Wageningen het bij haar ontstane wantrouwen zelf had kunnen wegnemen door in gesprek te gaan met werknemer in de hiervoor overwogen zin. De gemeente Wageningen heeft dus een eigen aandeel in het ontstaan van de gebeurtenissen gehad. Om die reden kan, ook bij een combinatie van de omstandigheden die op zichzelf beschouwd al niet kunnen leiden tot het voldragen zijn van de e- of g-grond, niet tot het oordeel worden gekomen dat van de gemeente Wageningen in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren als bedoeld in de zin van de i-grond. De door de gemeente Wageningen aan het ontbindingsverzoek ten grondslag gelegde gronden zijn niet voldragen. Werknemer vraagt primair herstel van de arbeidsovereenkomst en heeft op zitting aan het hof uitgelegd waarom hij dat (om financiële en andere redenen) wil. De gemeente Wageningen heeft aangegeven dat terugkeer is uitgesloten. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is gememoreerd dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter onomkeerbare gevolgen heeft voor de WSW-status van werknemer. Nog daargelaten dat de juistheid daarvan niet is komen vast te staan, is niet onderbouwd waarom dit aan een herstel van de arbeidsovereenkomst in de weg staat. Waarom ook los daarvan herstel volgens de gemeente Wageningen niet mogelijk is, is aan het hof niet helemaal duidelijk geworden maar het hof onderkent dat, zoals de gemeente Wageningen op zitting heeft uitgelegd, zij daarvoor mede afhankelijk is van een organisatie die werknemer detacheerde. Deze onmogelijkheid staat niet in de weg aan herstel van de arbeidsovereenkomst met de gemeente Wageningen nu werknemer in dat geval te Veenendaal (altijd) aan de slag kan. Werknemer heeft weliswaar op zitting bij het hof aangegeven dat hij daar niet op zijn plek is, maar heeft desondanks vastgehouden aan zijn verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst. Voor werknemer zal het gelet op zijn (tot voor kort geldende) WSW-indicatie lastig zijn om op de reguliere arbeidsmarkt werk te vinden en te houden en zich daar te handhaven. Gelet op deze omstandigheden acht het hof herstel van de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht tot de datum van de uitspraak (8 november 2024) aan de orde in weerwil van het nadrukkelijke verzoek van de gemeente Wageningen om in voorkomend geval te beslissen tot het betalen van een billijke vergoeding door de gemeente Wageningen in plaats van herstel van de arbeidsovereenkomst. Gemeente Wageningen wordt in de proceskosten veroordeeld.