Rechtspraak
Feiten
Verzoekster is op 1 juni 2023 gestart bij GPSP, gelieerd aan Got International B.V. (hierna: GOT) (India), als senior legal counsel. Zij werkte volledig op afstand vanuit India op basis van een arbeidsovereenkomst waarop Indiaas recht van toepassing was. Op verzoek van verzoekster is deze arbeidsovereenkomst vanwege fiscale voordelen per 1 oktober 2023 beëindigd. Partijen zijn toen een freelanceovereenkomst aangegaan onder Nederlands recht. Afgesproken werd dat verzoekster € 400,- per gewerkte dag zou ontvangen (maximaal 225 dagen per jaar), zonder vaste uren per dag. De opzegtermijn bedroeg drie maanden. Verzoekster moest haar werkzaamheden registreren via een ticketsysteem en wekelijks vastleggen in worksheets, die maandelijks met een factuur moesten worden ingediend. Zij kon zelfstandig werkzaamheden aan zichzelf toewijzen. In oktober en november 2023 heeft verzoekster respectievelijk 17 en 21 dagen gefactureerd, terwijl uit de urenregistratie bleek dat zij vaak slechts enkele minuten of uren per dag werkte, maar wel volledige dagtarieven factureerde. GOT heeft verzoekster in november en december 2023 aangesproken op deze gebrekkige urenregistratie en erop gewezen dat alleen daadwerkelijk gewerkte dagen (8 uur) als declarabel gelden. Verzoekster stelde daartegenover dat de overeenkomst geen urenverplichting bevatte en dat haar beschikbaarheid doorslaggevend was. Na verdere discussie heeft GOT de overeenkomst op 22 december 2023 per direct beëindigd vanwege het niet leveren van de overeengekomen diensten.
Verzoekster stelt dat er ondanks de wijziging naar een freelanceovereenkomst sprake is gebleven van een arbeidsovereenkomst. Volgens haar was er sprake van gezag, persoonlijke verplichting tot werk en inbedding in de organisatie van GOT. In kort geding is eerder geoordeeld dat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst. Primair verzoekt verzoekster thans voor recht te verklaren dat er wél sprake is van een arbeidsovereenkomst en de opzegging daarvan te vernietigen. Subsidiair, voor het geval wordt geoordeeld dat er sprake is van een overeenkomst van opdracht, verzoekt zij de opzegging ongeldig te verklaren vanwege het niet naleven van de opzegtermijn en vordert zij betaling van achterstallig honorarium en vergoeding van de opzegtermijn. Tot slot vordert zij schadevergoeding van € 44.800, verminderd met reeds ontvangen bedragen.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de gesloten overeenkomst en de uitvoering daarvan blijkt dat verzoekster haar werkzaamheden zelfstandig kon indelen. Zij kon zelf bepalen welke opdrachten zij oppakte, wanneer zij werkte en hoeveel uren zij aan de werkzaamheden besteedde. Tevens heeft zij aangekondigd mogelijk een andere jurist in te schakelen ter ondersteuning, wat erop wijst dat zij niet persoonlijk gehouden was de werkzaamheden zelf te verrichten. Ook heeft GOT geen instructies gegeven over de wijze van uitvoering van het werk of de werktijden.
Verzoekster heeft zich bovendien gedragen als zelfstandig onderneemster. Zij heeft zelf verzocht om op freelancebasis te mogen werken, werkte gelijktijdig voor meerdere andere opdrachtgevers en declareerde haar gewerkte uren door middel van facturen. De overeengekomen vergoeding en de wijze van betaling sluiten aan bij een opdrachtovereenkomst.
Nu van een gezagsverhouding geen sprake was, is er geen arbeidsovereenkomst tussen partijen tot stand gekomen. De verzoeken die gebaseerd zijn op het bestaan van een arbeidsovereenkomst worden dan ook afgewezen.