Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 22 juli 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:5899
Feiten
Werknemer werkt sinds 1 februari 2000 bij T.N. Europe als operator. In 2022 besluit T.N. Europe om de Rollenfabriek te sluiten, waarbij alle functies vervallen. Werkgever biedt een vaststellingsovereenkomst aan, maar werknemer weigert. Na toestemming van het UWV zegt T.N. Europe de arbeidsovereenkomst op per 1 januari 2023. Werknemer ontvangt een transitievergoeding van € 79.784,86 bruto. Werknemer verzoekt om een aanvullende transitievergoeding van € 10.304,34 bruto, omdat volgens hem bij de berekening ten onrechte geen rekening is gehouden met de overwerkvergoeding. Werkgever voert primair aan dat het verzoek te laat is ingediend, en stelt subsidiair dat de overwerkvergoeding niet onder het loonbegrip valt en het sociaal plan correct is toegepast.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De wettelijke vervaltermijn van drie maanden is verstreken, aangezien de arbeidsovereenkomst op 1 januari 2023 is geëindigd en het verzoek pas op 22 april 2025 is ingediend. Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden die een doorbreking van deze vervaltermijn rechtvaardigen. Dat werknemer verkeerd is geïnformeerd door zijn gemachtigde komt voor zijn eigen rekening. Het verzoek wordt afgewezen.