Naar boven ↑

Update

Nummer 29, 2025
Uitspraken van 10 juli 2025 tot 16 juli 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. R. van Hemert, mr. P.H. de Jongh, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt, mr. R.R.T. van de Ven en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Wovof (ook) naar de Tweede Kamer
Na de Vbar en Meer zekerheid voor flexwerkers is de ministerraad kort voor het zomerreces ook akkoord gegaan met het in behandeling nemen van het Wetsvoorstel verbetering positie werknemer bij een overgang van onderneming in faillissement (Wovof). Dit wetsvoorstel maakt gebruik van de lidstaatoptie om in geval van faillissement (onderdelen van) overgang van onderneming toch toe te staan. De verkrijger zal werknemers wier arbeidsovereenkomsten door de curator voor de overgang zijn opgezegd een nieuwe arbeidsovereenkomst moeten aanbieden. Wel kan wegens bedrijfseconomische redenen een deel van het personeel achterblijven, mits deze selectie op basis van objectieve redenen gebeurt (omgekeerd afspiegelen). Het concurrentiebeding komt bij faillissement in beginstel te vervallen. Klik hier om het wetgevingsdossier te volgen.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: Geen sprake van ongerechtvaardigde inbreuk op vrijheid van (academische) meningsuiting, omdat publicatie omstreden essay geen essentiële schakel vormde in verstoring arbeidsrelatie
In AR 2025-0886 oordeelt de Hoge Raad over de vraag of een werkneemster aan de Rijksuniversiteit Groningen terecht is ontslagen wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Volgens werkneemster heeft het hof het causaal verband miskend tussen haar ontslag en haar publicatie in een tijdschrift waarin zij zich uitsprak over haar ervaringen met een regeling voor gelijke kansen in de academische wereld. Daarmee zou in strijd zijn gehandeld met artikel 10 EVRM en het daaruit voortvloeidende recht van academische vrijheid. De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht mocht vaststellen dat in dit geval de publicatie geen essentiële schakel vormde in het debat rondom de voldragen g-grond. Ook het feit dat haar (nieuwe) leidinggevende zich in de vakgroep had uitgelaten over dit artikel, leidde niet tot de conclusie van een ‘chilling effect’, aldus de Hoge Raad.

Hof: schending serieuze herplaatsingsinspanningen maakt werkgever ernstig verwijtbaar. Billijke vergoeding gelijk aan duur van reguliere herplaatsingsperiode (zes maanden). Vergoeding € 220.000.
In AR 2025-0882 staat de vraag centraal of werkgever (ING) voldoende inspanningen heeft verricht om een hooggeplaatste werknemer met 25 jaar dienstverband in een reorganisatie te herplaatsen. Naar het oordeel van het hof had in dit geval ING niet mogen volstaan met een ‘regulier herplaatsingstraject’, maar had ING proactief functies onder de aandacht van werknemer moeten brengen. Bij dit alles komt dat het beeld is ontstaan dat bewust bepaalde functies zijn achtergehouden voor werknemer. Uiteindelijk stelt het hof bij de begroting van de billijke vergoeding vast dat het wél juist volgen van herplaatsingsprocedures waarschijnlijk zes maanden zou hebben geduurd, maar waarschijnlijk niet tot een passende functie zou hebben geleid. De vergoeding wordt daarom op zes maanden gesteld.  

Ktr.: professionele scheidsrechter tennisbond (KNLTB) is vrijwilliger en geen werknemer wegens ontbreken gezagsverhouding
In AR 2025-0865 staat de vraag centraal of een professionele scheidsrechter een dienstverband heeft met de KNLTB of ‘slechts’ als vrijwilliger tegen betaling werkzaam was. Naar het oordeel van de kantonrechter is van een gezagsverhouding tussen partijen geen sprake. De scheidsrechter was niet verplicht beschikbaar te zijn, de werkzaamheden waren van beperkte omvang en van een vaste omvang of vaste tijden was geen sprake. Dat de scheidsrechter zijn werkzaamheden persoonlijk moest verrichten is in dit geval een minder relevante omstandigheid, nu voor het verrichten van deze specifieke werkzaamheden ook bepaalde kennis/kwalificatie vereist is. Voorts staat vast dat de scheidsrechter geen commercieel risico loopt en dat de beperkte inkomsten die hij van KNLTB ontvangt een bijverdienste zijn (hij is daarnaast leraar Duits voor 0,8 FTE). De functie van de scheidsrechter is niet ingebed bij KNLTB; KNLTB heeft immers geen enkele scheidsrechter in dienst. Het is dus niet zo dat de scheidsrechter hetzelfde werk doet als werknemers die wél bij KNLTB in dienst zijn: van de in totaal 139 scheidsrechters is er geen één met een dienstverband. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Ktr.: onbillijke benadeling handhaving concurrentiebeding werknemer die als zzp’er wil doorwerken na AOW-ontslag om aow-uitkering aan te vullen
In AR 2025-0868 oordeelt de rechtbank dat werknemer die bij AOW-ontslag aan zijn concurrentiebeding wordt gehouden, onbillijk wordt benadeeld door de ex-werkgeefster. Werknemer heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, heeft zijn hele werkzame leven in de branche gewerkt en moet blijven werken om zijn AOW aan te vullen. Omscholing is onrealistisch. Werkgeefster heeft het dienstverband beëindigd ondanks eerdere signalen van werknemer dat hij wilde blijven werken. Alles overwegende oordeelt de kantonrechter dat werknemer onevenredig wordt benadeeld ten opzichte van het belang van werkgeefster om geen klanten in de vleessector te verliezen aan de concurrent.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank