Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer c.s./UAB Vytauto Paslaugos
Rechtbank Gelderland (Locatie Nijmegen), 30 mei 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:5421
Nederland is gewoonlijk werkland voor Litouwse vrachtwagenchauffeurs. Nederlandse kantonrechter is bevoegd en op rechtsverhouding is Nederlands recht van toepassing. Beslissing aangaande loonvordering werknemers aangehouden.

Feiten

Tien werknemers zijn als internationaal vrachtwagenchauffeur in dienst (geweest) van UAB Vytauto Paslaugus (hierna: Vytauto). Vytauto is een in Litouwen gevestigd transportbedrijf. In de arbeidsovereenkomsten is bepaald dat Litouws recht daarop van toepassing is. De chauffeurs vorderen achterstallig salaris. Zij leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat zij recht hebben op salaris conform de cao Beroepsgoederenvervoer, omdat zij feitelijk vanuit Nederland werkten en Nederland hun gewoonlijk werkland was. Zij stellen dat zij hun werkzaamheden veelal vanuit de vestigingen van Nederlandse bedrijven in Nijmegen en Venray hebben verricht en nog verrichten en dat hun standplaats feitelijk Nijmegen was en is.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Partijen verschillen van mening over de vraag vanuit welk land de arbeid gewoonlijk werd of wordt verricht als bedoeld in artikel 21 lid 1 sub b sub i) van de Herschikte EEX-Vo. Op grond van wat de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: de ILT) heeft aangetroffen in 2016/2017 is duidelijk dat de feiten en omstandigheden destijds zodanig waren dat Nederland als het gewoonlijke werkland moest worden aangemerkt. Blijkens het inspectierapport vond de ritplanning van vervoerder Vytauto plaats te Nijmegen, werden de chauffeurs in dienst van Vytauto binnen een Nederlandse bv gepland en aangestuurd, vond de aansturing plaats in Nijmegen en vond de dagelijkse en wekelijkse rusttijd van de chauffeurs werkzaam bij Vytauto eveneens plaats te Nijmegen. Verder heeft de ILT vastgesteld dat de buitenlandse chauffeurs (waaronder dus de chauffeurs van Vytauto) hun werkzaamheden doorgaans aanvangen te Nijmegen. De verzwaarde stel- en motiveringsplicht en het in dat verband ontbreken van voldoende concrete onderbouwingen van de stellingen en betwistingen van Vytauto, leiden tot het oordeel dat de kantonrechter aanneemt dat de chauffeurs gedurende hun hele arbeidsperiode bij Vytauto hebben gewerkt zoals de ILT heeft vastgesteld aan de hand van onderzoek naar onder meer de bedrijfsstructuur en tachograafgegevens. Nederland is dan voor hen het gewoonlijke werkland en de kantonrechter van deze rechtbank is dan absoluut en relatief bevoegd van het geschil kennis te nemen. Vooralsnog betekent dit ook dat er voor de chauffeurs in de relevante periode een nauwere band was met Nederland dan met Litouwen, omdat, ondanks de werkzaamheden ten behoeve van de chauffeurs op het kantoor in Litouwen, voor zover de kantonrechter nu kan beoordelen zij in feite grotendeels in Nederland hebben gewerkt. Ook betekent dit dat dan Nederlands recht van toepassing is. De chauffeurs worden in de gelegenheid gesteld om bij akte te reageren op de verweren van Vytauto in haar conclusie van antwoord met betrekking tot (de hoogte van) de vorderingen van de chauffeurs. Vytauto zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om daar weer bij antwoordakte op te reageren. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.