Rechtspraak
Feiten
Werknemer is vanaf 10 juli 2018 in dienst bij werkgeefster als chef-kok. Werknemer eist in kort geding veroordeling van werkgeefster tot betaling van achterstallig loon, wettelijke verhoging en wettelijke rente. Werkgeefster is niet verschenen; tegen haar is verstek verleend.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft een spoedeisend belang. De eis wordt toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Werkgeefster wordt veroordeeld aan werknemer het salaris van € 5.312,38 bruto plus € 500 netto per maand vanaf 1 april 2025 te betalen, tot het moment dat rechtsgeldig een einde is gekomen aan het dienstverband, waarop in mindering strekt het door werkgeefster betaalde bedrag van € 3.000 netto. Over het achterstallige salaris is wettelijke verhoging (15%) en rente verschuldigd. Werkgeefster wordt veroordeeld in de proceskosten.