Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ Smetjet N.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 1 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4042
Het Belgische arbeidsongevallenrecht is niet gunstiger dan het Nederlandse arbeidsongevallenrecht, zodat artikel 7:658 BW van toepassing is op vorderingen die zijn gebaseerd op de arbeidsovereenkomst.

Feiten

Smetjet heeft in deze procedure verklaringen voor recht gevorderd over het op de rechtsverhouding met werknemer toepasselijke recht. In rechtsoverweging 3.6 van het tussenarrest heeft het hof beslist dat Belgisch recht op de rechtsverhouding van toepassing is, voor het geval werknemer zijn vorderingen baseert op een door Smetjet gepleegde onrechtmatige daad. In rechtsoverweging 3.7 heeft het hof overwogen dat de arbeidsovereenkomst tussen Smetjet en werknemer wordt beheerst door Belgisch recht. In de rechtsoverwegingen 3.10 tot en met 3.13 heeft het hof overwogen dat artikel 7:658 Nederlands BW (hierna: BW) ook op de rechtsverhouding van toepassing is. In de rechtsoverwegingen 3.11 tot en met 3.19 heeft het hof ten slotte overwogen dat artikel 7:658 BW toch niet op de rechtsverhouding van toepassing is, als het Belgische recht een betere bescherming biedt aan de gewonde werknemer. Het hof is tot het voorlopige oordeel gekomen dat het Belgische arbeidsongevallenrecht niet gunstiger is dan het Nederlandse arbeidsongevallenrecht, zodat artikel 7:658 BW van toepassing is op vorderingen die zijn gebaseerd op de arbeidsovereenkomst. Het hof heeft partijen uitgenodigd daarop te reageren. Partijen hebben aan die uitnodiging gevolg gegeven.

Oordeel

Het hof stelt voorop dat in abstracto en los van deze of een andere specifieke situatie moet worden beoordeeld of het Nederlandse of Belgische ongevallenrecht gunstiger voor de werknemer is. De rechtszekerheid die de afbakening tussen beide rechtsstelsels en de reikwijdte van artikel 7:658 BW als voorrangsbepaling mede beheerst, verzet zich ertegen dat de toepasselijkheid van artikel 7:658 BW afhankelijk is van de omstandigheden van het bijzondere geval. Het hof ziet ondanks hetgeen door Smetjet is aangevoerd met betrekking tot het vermeende verschil in onderbouwing van de zorgplicht, de mogelijke aanspraak van een werknemer op een verergeringsbijslag in België, de stelplicht van de werknemer ten aanzien van het causaal verband en het moment tot wanneer een werknemer aanspraak kan maken op schadevergoeding (AOW of ook daarna), geen aanleiding om terug te komen van zijn eerdere, als voorlopig aangeduide oordeel. Het hof komt dus tot de conclusie dat niet gezegd kan worden dat het Belgische arbeidsongevallenrecht gunstiger voor de werknemer is dan het Nederlandse. Dat betekent dat de verklaring voor recht dat Belgisch recht op de arbeidsovereenkomst tussen Smetjet en  werknemer van toepassing is, zal worden afgewezen.