Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 26 mei 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:4705
Vernietiging van het ontslag op staande voet, omdat werknemer nadat hij een laatste waarschuwing heeft gekregen, geen ontoelaatbaar gedrag (meer) heeft vertoond. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen.

Feiten

Werknemer is sinds 28 april 2023 als monteur in dienst bij werkgeefster. Werknemer heeft zich per 2 januari 2025 voor 50% en op 8 januari 2025 volledig ziekgemeld. Hij heeft zijn bedrijfsbus die dag moeten inleveren. Op 8 januari 2025 heeft werknemer enkele zaken uit de bedrijfsbus gehaald terwijl deze bij de woning van zijn collega (hierna: Y) gepareerd stond. Werknemer heeft op diezelfde dag een spraakmemo opgenomen en verspreid onder collega's en opdrachtgevers van werkgeefster. In deze spraakmemo is het volgende opgenomen: “Beste collega’s, ik ben in de Ziektewet. Ik word al een hele tijdje bedreigd door X . Jullie weten er wel van, maar goed. Ik heb net in ieder geval mijn eigen spullen uit de bus gehaald, omdat Y en X niet wouden teruggeven. X zit schijnheilig thuis, die zat zogenaamd in België in een condoleance. Dat is die Kontenlikker. Nou zit Y mij de hele tijd te bedreigen met de politie. Ik zei ja nou is goed kom maar op. Maar het zijn mijn eigen spullen, ik heb alles opgehaald. (….) en nu gaat hij het op mijn afgooien omdat ik in de Ziektewet zit, omdat hij daar op moet verdienen heeft hij zelf maandag gezegd, dankjewel. Fijne avond. Ik hoop dat jullie het veel naar je zin hebt daaro op dat bedrijf. Ik wacht wel af. Doei. Beste collega's, succes.” Werknemer is op 9 januari 2025 op non-actief gesteld vanwege zijn handelen op 8 januari 2025. Op 10 januari 2025 ontvangt werknemer een officiële waarschuwing vanwege een voorval eerder op die dag. Werknemer is eerder op die dag op kantoor verschenen met enkele andere personen om Y en X op te zoeken. Op 16 januari 2025 is werknemer op staande voet ontslagen. In de e-mail zijn de volgende redenen opgenomen: (a) spullen uit de werkbus gehaald, (b) aanwezigheid bij werkgeefster na op non-actiefstelling, (c) directie en medewerkers voelen zich onveilig, (d) diefstal en (e) het betrekken van opdrachtgevers.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het is de vraag of het ontslag op staande voet niet te vroeg is gegeven. Werknemer heeft de e-mail van 10 januari 2025 opgevat als een laatste waarschuwing. Nadien is er geen sprake meer geweest van ontoelaatbaar gedrag, zodat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig gegeven is. Omdat het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt toegewezen, is voldaan aan de voorwaarde waaronder werkgeefster haar ontbindingsverzoek (g-grond) heeft ingediend en zal dit verzoek worden beoordeeld. De kantonrechter is van oordeel dat er weliswaar sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, maar dat deze verstoring geen duurzaam karakter heeft. De verstoring is gegrond op een aantal incidenten die zich op 8 en 10 januari 2025 hebben voorgedaan. De incidenten hebben plaatsgevonden in een zodanig kort tijdsbestek dat er geen sprake is van een duurzame verstoring die in redelijkheid moet leiden tot het einde van de arbeidsovereenkomst. Wel zal de kantonrechter, met aanvulling van de rechtsgrond (e-grond), de arbeidsovereenkomst ontbinden op grond van verwijtbaar handelen. Het verwijtbaar handelen van werknemer bestaat eruit dat werknemer op 8 januari 2025 (1) zonder toestemming zijn eigendommen uit de bedrijfsbus heeft gehaald, terwijl de bedrijfsbus voor de woning van Y stond geparkeerd en (2) een spraakmemo heeft verzonden onder collega's en opdrachtgevers van werkgever. Naar het oordeel van de kantonrechter is de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer. Dat moet werknemer zwaar worden aangerekend. Hij had zich bewust moeten zijn van de impact van zijn handelen op collega’s en opdrachtgevers en dus zijn werkgever. Het einde van de arbeidsovereenkomst zal daarom worden bepaald op heden. Werknemer heeft gelet op zijn ernstig verwijtbaar handelen geen recht op een transitievergoeding.