Rechtspraak
Feiten
Bij vonnis van 29 november 2023 heeft de kantonrechter psychiater mevrouw W. Nieuwdorp (hierna: de deskundige) benoemd tot deskundige. Zij heeft op 24 oktober 2024 een deskundigenrapport opgeleverd.
Oordeel
De beoordeling van het deskundigenbericht
Gelet op het debat tussen partijen na het deskundigenbericht, ligt de vraag voor of het deskundigenbericht gevolgd kan worden ter vaststelling van de medische klachten van werknemer en de oorzaak daarvan. De bevindingen van de deskundige, zoals de kantonrechter die interpreteert, komen er – kort gezegd – op neer dat de psychische klachten waar bij werknemer sprake van was op 4 juni 2018 en 6 juni 2019, kwalificeren voor een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Op dit moment is de PTSS in gedeeltelijke remissie getreden, zodat formeel gezien op het moment van het onderzoek geen sprake meer is van PTSS. Volgens de deskundige is het niet aannemelijk dat er een PTSS, of een andere aandoening zou zijn ontstaan, als werknemer niet bij werkgeefster had gewerkt. Werkgeefster heeft diverse bezwaren aangevoerd tegen het deskundigenbericht en heeft zich daarbij beroepen op het rapport van haar eigen medisch adviseur en de door haar ingeschakelde partijdeskundige. De bezwaren van werkgeefster deelt de kantonrechter niet. De kantonrechter is van oordeel dat de conclusie van de deskundige, dat bij werknemer sprake (geweest) is van een PTSS en dat het niet aannemelijk is dat er een PTSS zou zijn ontstaan wanneer zij niet bij werkgeefster had gewerkt, logischerwijs volgt uit haar bevindingen.
Werkgeversaansprakelijkheid
Nu voldoende vaststaat dat werknemer (gezondsheids)schade heeft geleden als gevolg van PTSS en deze klachten in de uitoefening van de werkzaamheden voor werkgeefster zijn ontstaan, geldt dat werkgeefster daarvoor in beginsel aansprakelijk is, tenzij zij aantoont dat zij heeft voldaan aan haar zorgplicht om de gezondheidsschade in de vorm van PTSS bij werknemer te voorkomen. Werkgeefster heeft drie argumenten aangevoerd waarmee zij wil aantonen dat zij aan de op haar rustende zorgplicht heeft voldaan. Werknemer heeft gemotiveerd betwist dat werkgeefster de op haar rustende zorgplicht heeft nageleefd. Dat werkgeefster haar zorgplicht heeft nageleefd staat daarom op dit moment niet vast. Het is aan werkgeefster om te bewijzen dat zij daar wel aan heeft voldaan. Aangezien werkgeefster een bewijsaanbod heeft gedaan, zal zij worden toegelaten tot het bewijs van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat zij de op haar rustende zorgplicht heeft nageleefd.