Naar boven ↑

Update

Nummer 42, 2025
Uitspraken van 9 oktober 2025 tot 15 oktober 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. R. van Hemert, mr. P.H. de Jongh, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt, mr. R.R.T. van de Ven en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: reistijd van werklocatie (natuurreservaat) naar werkbasis kwalificeert als arbeidstijd
In AR 2025-1287 oordeelt het HvJ EU over de vraag of de reistijd van werknemers kwalificeert als arbeidstijd. In dit geval ging het om werknemers die toezicht hielden op Natura 2000-plekken en wisselende werkgebieden kenden. Vanaf hun woonplaats verplaatsen werknemers zich naar een ‘verzamelbasis’. Hiervandaan verplaatsen de werknemers zich gezamenlijk, in een wagen van de werkgever, naar specifieke natuurreservaten. Volgens het Hof is dit ‘werk-werkverkeer’ te kwalificeren als arbeidstijd, nu zij al die tijd ter beschikking stonden van de werkgever en zich niet vrijelijk anders konden bewegen of invulling aan hun tijd konden geven.

HR: verwijtbaarheid aan de zijde van werkgever staat niet aan ontbinding op de g-grond in de weg
In AR 2025-1286 staat bij de Hoge Raad (art. 81 RO) onder meer de vraag centraal of enige mate van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever in de weg staat aan toewijzing van het ontbindingsverzoek op de g-grond. De A-G concludeert onder verwijzing naar de Asscher-escape en Servicenow-beschikking van niet. Ook gaat de A-G in op de vraag of onrechtmatig handelen van een door de werkgever ingeschakeld onderzoeksbureau ‘ernstig verwijtbaar handelen’ oplevert. Volgens de A-G ontbreekt enerzijds de causaliteit tussen het einde van de arbeidsovereenkomst en het vermeend ernstig verwijtbaar handelen en anderzijds leidt onrechtmatig handelen van een derde nog niet automatisch tot ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever (toerekeningsleer).

Ktr.: werkgever heeft geen informatieplicht jegens Xella-werknemer
In AR 2025-1295 oordeelt de kantonrechter dat het uitgangspunt is dat een werkgever niet hoeft in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. In de Xella-beslissing is onder strikte voorwaarden een uitzondering op deze hoofdregel geformuleerd. Onderdeel van deze voorwaarden is dat werknemer (tijdig) een beëindigingsvoorstel doet. Dat brengt mee dat op werkgever geen (informatie)verplichting rust en dat werkgever niet op eigen initiatief in actie hoeft te komen als een (tijdig) verzoek van werknemer ontbreekt. Dat geldt temeer als werknemer wordt bijgestaan door een professionele gemachtigde op het gebied van arbeidsrecht.

Ktr.: zzp-tarief is gelijk aan loon na herkwalificatie. Vordering creditering facturen is geen ‘samenhangende vordering’ in de zin van artikel 7:686a lid 3 BW
In AR 2025-1292 kwalificeert de rechter een zzp-relatie als arbeidsovereenkomst (lange tijd laagbetaald werk, geen ondernemerschap, ondanks facturen uit eenmanszaak). Met betrekking tot de hoogte van het loon wordt aangesloten bij het gehanteerde zzp-tarief (net iets meer dan het minimumloon). Ten aanzien van de vordering tot creditering van € 168.503,22 aan facturen oordeelt de kantonrechter dat de competentiegrens van de kantonrechter (art. 93 sub a en c Rv) wordt overschreden. Een dergelijke vordering valt niet onder de ‘samenhangende vorderingen’ in de zin van artikel 7:686a lid 3 BW.

Ktr.: schending herplaatsing leidt tot ernstig verwijtbaar handelen
In AR 2025-1297 oordeelt de kantonrechter dat van een werkgeefster mag worden verwacht dat zij in een gesprek met werknemer zijn individuele ambities en mogelijkheden in kaart brengt, hem actief begeleidt, initiërend te werk gaat en waar mogelijk eventuele belemmeringen voor een nieuwe functie wegneemt. Daarvoor moet werkgeefster concrete opleidingsmogelijkheden aanbieden en bij openstaande vacatures bezien in hoeverre problemen met een niet direct aansluitend cv van werknemer opgelost kunnen worden. Daarvan is onvoldoende gebleken. Ook het in zijn algemeenheid stellen dat er voor werknemer geen passende functies zijn, terwijl er wel vacatures open staan en werknemer zo’n 23 keer op vacatures gereageerd heeft, is onvoldoende. 

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank