Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werkneemster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Almere), 11 februari 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:333
Werkgever geslaagd in bewijsopdracht. Werkneemster wist dat onder werktijd door werknemers van de businessunit waar zij voor werkte in haar woning werkzaamheden werden verricht, zonder dat werkgever dit wist. Ernstig verwijtbaar handelen werkneemster. Ontbinding arbeidsovereenkomst.

Feiten

Werkneemster is sinds 21 januari 2022 in dienst van (de rechtsvoorganger van) werkgeefster. Vanaf januari 2024 is zij werkzaam als senior medewerkster servicedesk voor een businessunit die zich onder meer bezighoudt met technische dienstverlening in de bouw. Op 1 maart 2024 heeft een voormalig werknemer bij werkgeefster gemeld dat hij en enkele andere werknemers gedeeltelijk onder werktijd bouwwerkzaamheden in het huis van werkneemster hebben verricht. Werkneemster zou hiervan af hebben geweten. Ze betaalde ook een ‘mats’prijs. Werkgeefster heeft werkneemster en alle betrokken collega’s op 4 maart 2024 geschorst. Werkgeefster heeft daarna gesprekken met deze werknemers gevoerd en een onderzoek laten doen. Werkgeefster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen. Zij motiveert dit met de stelling dat werkneemster door werknemers van de businessunit tijdens werktijd in haar woning een verbouwing heeft laten uitvoeren. Zij heeft actief meegedacht en meegewerkt aan deze constructie. Deze collega’s werden namelijk met medeweten van werkneemster ingepland op een ander project, waarna zij in de woning van werkneemster aan het werk gingen. Werkneemster heeft haar collega’s regelmatig overdag aan het werk gezien in haar woning. De gewerkte uren zijn geboekt op orders van een klant van de businessunit. Ook zijn er op rekening van werkgeefster bouwmaterialen gekocht voor de woning van werkneemster. Werkneemster heeft een deel van de frauduleus geboekte werkuren goedgekeurd in de systemen van werkgeefster. Door deze constructie heeft werkneemster ook een veel lager betaald voor de verbouwing dan dat zij had moeten betalen als een reguliere aannemer het werk had gedaan, aldus steeds werkgeefster. Bij beschikking van 18 september 2024 is werkgeefster opgedragen bewijs te leveren van haar stellingen. Zij heeft een aantal producties overgelegd en een viertal getuigen laten horen.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat werkgeefster geslaagd is in het door haar te leveren bewijs. Vast is komen te staan dat werkneemster wist dat er onder werktijd door werknemers van de businessunit in haar woning werkzaamheden werden verricht. Dit heeft zij verhuld door hierover geen mededelingen te doen aan werkgeefster. Daarmee is al sprake van ernstig verwijtbaar handelen zodat een ontbinding van de arbeidsovereenkomst is gerechtvaardigd. Dit laat nog buiten beschouwing hoe de gewerkte uren bij de businessunit werden verantwoord. Werkneemster had naar het oordeel van de kantonrechter een kritische houding aan moeten nemen met betrekking tot het in de weken 38, 39 en 40 van 2023 goedkeuren van uren van collega’s, waarvan zij wist dat deze tijdens werktijd bij haar aan het werk waren. Dit heeft zij ten onrechte nagelaten. De arbeidsovereenkomst wordt, zonder inachtneming van de opzegtermijn en zonder toekenning van enige vergoeding, ontbonden.