Feiten
Werknemer is op 2 januari 2025 in dienst getreden bij Alles Reiniging B.V. (hierna: werkgever) op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 1 januari 2026. Op 26 mei 2025 hebben partijen een beëindigingsovereenkomst gesloten. Werknemer heeft vervolgens op 16 juni 2025 per WhatsApp aan werkgever meegedeeld dat hij de beëindigingsovereenkomst ontbindt. Partijen verschillen van mening over de vraag of werknemer de beëindigingsovereenkomst tijdig en rechtsgeldig heeft ontbonden en of werkgever gehouden is het loon door te betalen.

Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter stelt vast dat werknemer de beëindigingsovereenkomst tijdig heeft ontbonden. Omdat werknemer in de overeenkomst niet was gewezen op zijn wettelijke recht om binnen 14 dagen te ontbinden, gold de verlengde bedenktermijn van drie weken. Werknemer heeft binnen die termijn een schriftelijke ontbindingsverklaring gestuurd via WhatsApp, die rechtsgeldig aan de werkgever is gericht. Niet aannemelijk is geworden dat werknemer vooraf een begeleidende brief met informatie over het ontbindingsrecht heeft ontvangen, zoals werkgever stelt. Daarom is de beëindigingsovereenkomst rechtsgeldig en tijdig ontbonden en is de arbeidsovereenkomst met ingang van 16 juni 2025 herleefd. De kantonrechter verwerpt het verweer van werkgever dat sprake was van een loonstop wegens schending van re-integratieverplichtingen, omdat slechts sprake was van loonopschorting en partijen daarna weer in gesprek zijn gegaan. Werknemer heeft daarom recht op loon vanaf het moment dat de arbeidsovereenkomst is herleefd. Omdat werknemer ziek is, heeft hij recht op 70% van zijn loon, maar minimaal het wettelijk minimumloon. In dit geval komt dat neer op het door werknemer gevorderde brutomaandloon van € 2.332,80. Werkgever mag geen bedragen verrekenen omdat het loon lager is dan het minimumloon.