Naar boven ↑

Update

Nummer 23, 2025
Uitspraken van 29 mei 2025 tot 4 juni 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. R. van Hemert, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Ktr.: afdwingen van een gesprek zonder arbodienstbegeleiding kan niet als redelijk voorschrift worden gezien. Loonstop onterecht
In AR 2025-0670 oordeelt de kantonrechter over de vraag of het niet gehoor geven aan een oproep van de werkgever op gesprek te komen om over de re-integratie te spreken, kwalificeert als negeren van redelijke voorschriften in het kader van de re-integratie. Het weigeren van een gesprek is geen geldige reden voor looninhouding. Ook als het gesprek bedoeld was om passende arbeid of inlichtingen over het recht op loon te verkrijgen, vormt dit geen geldige opschortingsgrond. Na 3 november 2023 (bedrijfsartsbezoek door werknemer) heeft de werkgever het contract met de arbodienst beëindigd en geen nieuwe arbodienst ingeschakeld of verdere re-integratie-inspanningen verricht, ondanks verzoeken van werknemer en het negatieve deskundigenoordeel van het UWV. Van werkgever mocht worden verwacht dat hij opnieuw een bedrijfsarts zou inschakelen. Het afdwingen van een gesprek zonder arbodienstbegeleiding kan dan ook niet als redelijk voorschrift worden gezien. Daarom is het stopzetten van het loon onterecht, en wordt de loonvordering toegewezen. 

Ktr.: werkgever mag uitkering van (voorschot op de) schadevergoedingen door verzekeraar niet in mindering brengen op de loondoorbetalingsplicht ex artikel 7:629 lid 5 BW
In AR 2025-0662 oordeelt de kantonrechter over de vraag of een uitkering van de bedrijfsongevallenverzekering van werkgever aan werknemer in mindering mag worden gebracht op de loonverplichting van werkgever aan werknemer krachtens artikel 7:629 lid 5 BW. Volgens de rechter ziet lid 5 op verzuimverzekeringsuitkeringen en niet op schadevergoedingen wegens (letsel)schade na een bedrijfsongeval.

Ktr.: WRM-scholing rijinstructeur is verplichte scholing op grond van artikel 7:611a lid 1 BW. Beroepskwalificatie-uitzondering geldt niet bij toepassing van lid 1
In AR 2025-0656 oordeelt de kantonrechter dat de Wet Rijonderricht Motorvoertuigen-bijscholing noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van werknemer als rijinstructeur in de zin van artikel 7:611a lid 1 BW. Op grond van de WRM dient werknemer over een geldig WRM-certificaat te beschikken om rijles te mogen geven. Ook heeft werkgeefster werknemer in de studieovereenkomst de verplichting opgelegd de opleiding voor 18 juni 2024 succesvol af te ronden, anders zou de arbeidsovereenkomst worden ontbonden. De omstandigheid dat de WRM-bijscholing verplichte scholing voor het behouden van een beroepskwalificatie betreft, levert geen uitzonderingsgrond op, werkgeefster is op grond van artikel 7:611a lid 1 BW immers verplicht de opleiding aan te bieden. De kantonrechter sluit hierbij aan bij het standpunt van A-G Drijber in zijn conclusie van 21 maart 2025 (ECLI:NL:PHR:2025:355)  dat de werkgever alle opleidingen die hij op grond van artikel 7:611a lid 1 BW moet aanbieden, ingevolge lid 2 ook kosteloos moet aanbieden.

Ktr.: cocaïnegebruik tijdens bedrijfsfeest onvoldoende grond voor een dringende reden
In AR 2025-0665 oordeelt de kantonrechter dat (hard)drugsgebruik tijdens een bedrijfsfeest op de locatie van de werkgever geen dringende reden voor ontslag oplevert, ondanks het A&D-beleid van de werkgever. Hoewel begrijpelijk is dat harddrugsgebruik ongewenst is en dat werkgever dit in beginsel mag afkeuren, blijkt onvoldoende dat hij dit strikte beleid in de praktijk ook handhaafde. Zo heeft werkneemster verwezen naar eerdere gevallen van drugsgebruik op het werk, die niet of nauwelijks werden gesanctioneerd. Eén werknemer met meerdere waarschuwingen (waaronder voor drugsgebruik) werd zelfs opnieuw aangenomen. Ook blijkt uit het reglement onvoldoende onderscheid tussen het beleid ten aanzien van alcohol en drugs. Dat draagt bij aan onduidelijkheid over wat het beleid in de praktijk inhield. Gelet op de leeftijd van werkneemster (20 jaar), haar functie en het ontbreken van eerdere disciplinaire maatregelen, had werkgever dan ook kunnen volstaan met een minder vergaande sanctie, zoals een officiële waarschuwing. 

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank