Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 22 mei 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:5558
Feiten
Werkneemster is op 10 juni 2024 in dienst getreden bij Ambassador op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Deze arbeidsovereenkomst is verlengd tot en met 9 januari 2026. Werkneemster is werkzaam als receptioniste voor 38 uur per week tegen een brutomaandsalaris van € 2.378,79 exclusief 8% vakantiegeld.
In het huishoudelijk reglement van Ambassador voor 2024 staat onder meer dat het verboden is om tijdens werktijd alcohol of drugs te gebruiken of onder invloed daarvan te verkeren bij aanvang van het werk. Het bezit van verdovende middelen is eveneens verboden. Overtreding van deze regels kan leiden tot arbeidsrechtelijke maatregelen, waaronder ontslag op staande voet.
Op 20 januari 2025 vond een bedrijfsfeest plaats op locatie van Ambassador. Er waren circa 60 gasten (werknemers en hun partners). Tijdens het feest werd alcohol geschonken, waaronder vanaf 21:00 uur ook sterke drank. Na afloop van het feest werden in de toiletten sporen van drugsgebruik aangetroffen, waarop Ambassador een intern onderzoek is begonnen. Op 22 januari 2025 meldde werkneemster zich ziek. Twee dagen later, op 24 januari 2025, vond een gesprek plaats tussen werkneemster en Ambassador. Tijdens dit gesprek erkende werkneemster dat zij, samen met drie collega’s, een kleine hoeveelheid cocaïne had gebruikt tijdens het bedrijfsfeest. De drugs waren geregeld door een collega. Ambassador bood werkneemster de keuze tussen zelf ontslag nemen of ontslag op staande voet; werkneemster koos ervoor geen ontslag te nemen, waarop zij op staande voet werd ontslagen.
In de ontslagbrief van 24 januari 2025 staat dat werkneemster harddrugs heeft gebruikt tijdens een werkgerelateerde aangelegenheid, in strijd met de huisregels en de wet. Daarbij wordt benadrukt dat werkneemster zelf het drugsgebruik heeft toegegeven, dat zij onder invloed verkeerde en dat Ambassador vanwege de ernst van de situatie en met het oog op de veiligheid van het personeel tot ontslag is overgegaan.
Werkneemster verzoekt de kantonrechter voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd op 24 januari 2025 en nog steeds voortduurt en het ontslag op staande voet te vernietigen. Verder verzoekt werkneemster Ambassador te veroordelen tot doorbetaling van loon en emolumenten vanaf 24 januari 2025. Werkneemster voert aan dat er geen sprake is van een dringende reden voor ontslag. Volgens haar heerste er tijdens het bedrijfsfeest een losgeslagen sfeer waarbij onbeperkt alcohol beschikbaar was, incidenten plaatsvonden (waaronder een handgemeen en glasgooien), en meerdere personeelsleden, onder wie een HR-functionaris, sterk onder invloed waren. Zij stelt zich niet te hebben misdragen en voert aan dat het gebruik van drugs onder personeel (waaronder wiet en cocaïne) geen uitzondering was en bekend was bij de leiding en HR. Volgens werkneemster werd het drugs- en alcoholbeleid in de praktijk niet gehandhaafd. Daarnaast stelt zij dat het ontslag in strijd is met het opzegverbod tijdens ziekte.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is in dit geval geen sprake van een dringende reden. Ontslag op staande voet is een ultimum remedium en moet proportioneel zijn, gelet op alle omstandigheden.
Ambassador heeft werkneemster ontslagen vanwege het gebruik van een kleine hoeveelheid cocaïne tijdens een bedrijfsfeest op 20 januari 2025. Dit werd pas enkele dagen later duidelijk, toen werkneemster dit erkende. Vaststaat dat meerdere werknemers (in elk geval vier, onder wie werkneemster) cocaïne hebben gebruikt tijdens het feest, en dat alcoholgebruik op grote schaal was toegestaan. Diverse aanwezigen waren zo dronken dat zij naar huis zijn gestuurd.
Het huishoudelijk reglement van Ambassador verbiedt het gebruik van alcohol en drugs tijdens werktijd of het verkeren onder invloed bij aanvang van het werk. Overtreding kan tot arbeidsrechtelijke maatregelen leiden, waaronder ontslag op staande voet, maar dit is geen automatische consequentie. De kantonrechter stelt vast dat het bedrijfsfeest geen werktijd betrof, mede gelet op de context waarin alcoholgebruik openlijk werd toegestaan.
Hoewel begrijpelijk is dat harddrugsgebruik ongewenst is, en dat Ambassador dit in beginsel mag afkeuren, blijkt onvoldoende dat zij dit strikte beleid in de praktijk ook handhaafde. Zo heeft werkneemster verwezen naar eerdere gevallen van drugsgebruik op het werk, die niet of nauwelijks werden gesanctioneerd. Eén werknemer met meerdere waarschuwingen (waaronder voor drugsgebruik) werd zelfs opnieuw aangenomen. Ook blijkt uit het reglement onvoldoende onderscheid tussen het beleid ten aanzien van alcohol en drugs. Dat draagt bij aan onduidelijkheid over wat het beleid in de praktijk inhield.
Gelet op de leeftijd van werkneemster (20 jaar), haar functie en het ontbreken van eerdere disciplinaire maatregelen, had Ambassador dan ook kunnen volstaan met een minder vergaande sanctie, zoals een officiële waarschuwing. Er is dus geen sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Het verzoek van werkneemster tot vernietiging van het ontslag wordt toegewezen. Omdat het ontslag op staande voet wordt vernietigd, heeft werkneemster recht op doorbetaling van haar loon vanaf 24 januari 2025.
Ook geen ontbinding
Omdat het ontslag op staande voet is vernietigd, moet het voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst worden beoordeeld. De kantonrechter stelt voorop dat een arbeidsovereenkomst slechts kan worden ontbonden bij het bestaan van een redelijke grond.
e-grond (ernstig verwijtbaar handelen)
De gedragingen van werkneemster zijn volgens de kantonrechter niet zodanig ernstig verwijtbaar dat dit ontbinding rechtvaardigt. Ambassador had moeten volstaan met een waarschuwing. De omstandigheden rond het drugsgebruik (zoals de openbare toiletten en kwetsbare gasten) zijn onvoldoende aan werkneemster toe te rekenen. Het feit dat zij de drugs niet had geregeld en geen eerdere disciplinaire maatregelen had ontvangen, speelt mee. Andere aangevoerde gedragingen, zoals vermeend verschijnen onder invloed in haar vrije tijd en het dragen van ongepaste kleding, zijn onvoldoende onderbouwd en onvoldoende ernstig.
g-grond (verstoorde arbeidsverhouding)
Ambassador heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding.
i-grond (cumulatiegrond)
Aan deze grond komt de kantonrechter niet toe, omdat de afzonderlijke gronden al niet slagen.