Naar boven ↑

Rechtspraak

mevrouw X/Voice of Secretary B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Enschede), 27 mei 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:3408
Mevrouw X heeft werkzaamheden bij bedrijf Y uitgevoerd op basis van een arbeidsovereenkomst. Partijen zijn zowel een koopovereenkomst voor de overname van het klantenbestand van mevrouw X als een arbeidsovereenkomst overeengekomen.

Feiten
Mevrouw X heeft een eenmanszaak waarmee zij ondersteunende en adviserende activiteiten (met name secretariële en rechtskundige ondersteuning) verricht ten behoeve van andere ondernemingen. Op 31 juli 2024 heeft mevrouw X contact gezocht met Voice of Secretary B.V. (hierna: Voice), een bedrijf dat (ook) secretaresse-, telefonische en receptionistediensten aanbiedt ten behoeve van andere ondernemingen, over een mogelijke overname van een aantal van haar klanten. Vervolgens hebben partijen contact over de overname van de klanten voor een bedrag van € 18.000, maar ook over een mogelijke indiensttreding van mevrouw X bij Voice voor vier halve dagen per week per 1 november 2024. Vanaf 21 oktober 2024 worden de klanten van het klantenbestand van mevrouw X via de e-mail op de hoogte gebracht van de overdracht. Op 22 november 2024 deelt de gemachtigde van Voice mevrouw X mee dat zij de gemaakte afspraken niet nagekomen is dan wel de afspraken eenzijdig veranderd heeft. Bij brief van 29 november 2024 heeft Voice mevrouw X bericht dat zij afziet van de (voorgenomen) samenwerking dan wel zegt zij de samenwerking op en/of ziet zij deze als beëindigd dan wel ontbonden. In die brief vermeldt Voice ook dat mevrouw X met ingang van 27 november 2024 geen werkzaamheden voor Voice meer hoeft uit te voeren en geen toegang meer heeft tot het systeem van Voice. In onderhavige procedure stelt mevrouw X zich op het standpunt dat Voice ten onrechte de overeenkomst heeft beëindigd. Zij vordert dan ook op grond van artikel 3:296 BW achterstallig loon over drie weken werk in november 2024 inclusief vakantiebijslag en fictief loon, totaal een bedrag van € 4.778, een transitievergoeding van € 94,46, gederfd loon over een periode van een jaar, namelijk een bedrag van € 19.299,38 en een billijke vergoeding van € 50.000. Aangezien Voice volgens mevrouw X wel het klantenbestand gekocht heeft maar daarvoor nog geen bedrag heeft betaald, verzoekt mevrouw X ook om met toepassing van artikel 7:686a lid 2 en 3 BW Voice te veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 16.550. Voice verweert zich tegen het verzoek en stelt zich op het standpunt dat er helemaal geen (arbeids)overeenkomst tot stand gekomen is.

Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet, althans onvoldoende gemotiveerd is weersproken, en dus staat vast, dat mevrouw X in de periode 1 november tot 27 november 2024 werkzaamheden heeft verricht voor Voice. Mevrouw X ontving van Voice wekelijks roosters waarop zij was ingedeeld en klanten van Voice en van haar zelf diende te bedienen. Zij heeft op die in de roosters genoemde tijden ook werk verricht. Dit was kennelijk ook de bedoeling, nu Voice op 29 november 2024 bericht dat mevrouw X met ingang van 27 november 2024 geen werkzaamheden meer voor Voice hoeft uit te voeren en geen toegang meer heeft tot het systeem van Voice. Op basis waarvan dan deze werkzaamheden zijn verricht, als er geen sprake is van een overeenkomst, is de kantonrechter niet duidelijk. Mevrouw X heeft voldoende onderbouwd dat zij ook klanten van Voice heeft bediend. Voice heeft mevrouw X daarvoor ook toegang gegeven tot het systeem van Voice. Ook is niet weersproken dat partijen voor de werkzaamheden loon zijn overeengekomen. Dat de exacte hoogte daarvan nog moest worden vastgesteld doet hier niet aan af. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit wat partijen hebben afgesproken over de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden werden bepaald ook dat sprake is van een gezagsverhouding. Uit het vorenstaande volgt dan ook dat mevrouw X de werkzaamheden in de periode 1 november tot 29 november 2024 heeft verricht op basis van een arbeidsovereenkomst. Mevrouw X heeft voor deze periode recht op loon. De kantonrechter gaat niet meewerken aan het betalen van fictief loon om fiscale redenen, zoals eveneens is verzocht. Het verzoek van mevrouw X om toekenning van een transitievergoeding en billijke vergoeding wordt wel toegewezen, omdat het ontslag niet rechtsgeldig is. De kantonrechter acht in de onderhavige situatie een billijke vergoeding van één maandloon passend. Hierbij weegt mee dat in het beëindigen van de arbeidsrelatie mevrouw X zelf ook een rol heeft gehad. Voor het daarnaast toekennen van een bedrag aan ontbindingsschade op grond van artikel 6:277 lid 1 BW of gederfd loon op grond van artikel 7:673 lid 1 sub b BW ziet de kantonrechter geen aanleiding. Ten aanzien van de koopovereenkomst oordeelt de kantonrechter tot slot nog dat uit de stukken, feitelijke uitvoering en de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden daaraan hebben gegeven, volgt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de overname van het klantenbestand voor een bedrag van € 18.000, dat nog niet door Voice is betaald. Dit bedrag zal derhalve worden toegewezen.

  • Rechters: J.M. Marsman
  • Advocaten: mr. M. van Popering
  • Wetsartikelen: 7:610 BW
  • Onderwerpen: Overeenkomst
  • Trefwoorden: overname klantenbestand, koopovereenkomst, arbeidsovereenkomst, kwalificatie, beeindiging, billijke vergoeding, transitievergoeding, koopsom, gemengde overeenkomst en beĆ«indiging