Artikel 96 Rv-procedure. Werkgeefster moet worden beschouwd als opvolgend werkgever, zodat voor de berekening van de transitievergoeding moet worden uitgegaan van de datum van indiensttreding bij de voormalig werkgever.

Artikel 96 Rv-procedure over zeevarenden met de Letse nationaliteit. De kantonrechter oordeelt dat de Wet Bpf 2000 en het Verplichtstellingsbesluit geen bijzonder dwingend recht zijn in de zin van artikel 9 Rome I-Vo.

Kantonrechter oordeelt dat werknemer recht heeft op 70% loon vanaf december 2024, op (nog) onbetaald vakantiegeld en opgebouwde vakantiedagen, en op de transitievergoeding.

Het hof oordeelt, in navolging van de kantonrechter, dat het ontslag op staande voet vanwege het meenemen van worsten niet rechtsgeldig is.

Werkgever veroordeeld tot betaling transitievergoeding na niet verschijnen op zitting.

De zorgplicht krijgt nader vorm door publiekrechtelijke regelgeving waaronder de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit. Wanneer bepaalde regels daarvan niet zijn nageleefd, kan dit een schending van de zorgplicht met zich brengen.

Uitspraak kantonrechter na prejudiciële beslissing van de Hoge Raad over het niet compenseren van zwangerschaps- en bevallingsverlof in geval van samenloop met 'overige dagen' in de zin van artikel 8.1 lid 10 Cao MBO.

Werkneemster die onder bewind staat had geen vaststellingsovereenkomst mogen sluiten. De aangeboden (en ondertekende) vaststellingsovereenkomst kan echter wel worden aangemerkt als een rechtsgeldige aanzegging van tijdelijk contract.

Heeft de ondernemer in redelijkheid het besluit kunnen nemen tot instelling van een gemeenschappelijke ondernemingsraad?

Toepassing van Belgisch recht. Partijen hebben met wederzijds goedvinden de arbeidsovereenkomst beëindigd en elkaar finale kwijting verleend, zodat de vordering van werkgever tot naleving van (onder meer) het concurrentiebeding wordt afgewezen.