Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 24 oktober 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:12529
Werkgever moet vaststellingsovereenkomst over afwikkeling einde arbeidsovereenkomst nakomen. Omstandigheid dat opgestelde vaststellingsovereenkomst niet door werkgever is ondertekend, doet niet af aan per e-mail bereikte overeenstemming.

Feiten

Werknemer heeft van 1 juni 2024 tot en met 28 oktober 2024 als onderhoudsmedewerker gewerkt bij werkgever. Werknemer is op 28 oktober 2024 op staande voet ontslagen. Partijen zijn via hun (toenmalige) gemachtigden in overleg getreden over een minnelijke oplossing. De gemachtigde van werknemer heeft vervolgens een vaststellingsovereenkomst opgesteld en aan de gemachtigde van werkgever gestuurd. De overeenkomst is echter niet ondertekend door werkgever en werkgever heeft niets betaald aan werknemer. Werknemer vordert achterstallig loon en vakantietoeslag.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgever moet aan werknemer € 3.682,80 bruto aan achterstallig loon en vakantietoeslag betalen. Partijen hebben dat in december 2024 afgesproken in het mailverkeer tussen hun gemachtigden. Naar aanleiding van het voorstel dat de gemachtigde van werknemer op 23 december 2024 per mail heeft gedaan, heeft de gemachtigde van werkgever dezelfde dag nog per mail geantwoord “cliënte is akkoord. Graag ontvangen wij de vso ter ondertekening”. Daarmee is over de regeling tussen partijen overeenstemming bereikt en de omstandigheid dat de opgestelde vaststellingsovereenkomst niet door werkgever is ondertekend, doet niet af aan de bereikte overeenstemming. Werkgever moet dan ook de gemaakte afspraak nakomen. Werkgever moet ook € 1.841,40 bruto aan wettelijke verhoging (50%) betalen. De kantonrechter ziet geen aanleiding de wettelijke verhoging te matigen. Werkgever heeft aangevoerd dat nog niets is betaald omdat de directeur gezondheidsproblemen heeft gehad. Dat is echter geen reden om tien maanden lang op geen enkele wijze uitvoering te geven aan de afspraak over het achterstallig loon en de vakantietoeslag. De wettelijke verhoging moet worden berekend over het brutobedrag over het achterstallige loon inclusief de vakantietoeslag en is daarmee ook zelf een brutobedrag, waarop de werkgever inhoudingen moet verrichten. De wettelijke rente wordt toegewezen zoals gevorderd en de proceskosten komen voor rekening van werkgever.