Werkneemster berust in ontslag op staande voet en verzoekt om billijke vergoeding, transitievergoeding en gefixeerde schadevergoeding. Ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig; werkneemster heeft recht op een billijke vergoeding, maar die wordt vastgesteld op nihil.

Werkgeefster vraagt gefixeerde schadevergoeding van werkneemster na ontslag op staande voet en wil dat werkneemster wordt verplicht mee te werken aan onderzoek privémail/-computer. Alle verzoeken afgewezen.

Toewijzing loonvordering. Voldoende aannemelijk dat arbeidsongeschiktheid het gevolg is van bedrijfsongeval, zodat een bedrag van € 22.508,10 bruto aan achterstallig salaris wordt toegewezen. Werkgever tevens veroordeeld tot hervatting loonbetalingen.

Ontslag op staande voet. Werknemers zouden tijdens productie van parfum gelekt vloeistof met (verontreinigde) waterstofzuiger hebben opgezogen en hebben gebruikt voor de productie, met sterk verontreinigde parfum tot gevolg. Gemotiveerde betwisting feiten. Bewijsopdracht aan werkgever.

Werknemer verzoekt betaling van achterstallig salaris en een schadevergoeding. Dit verzoek wordt afgewezen. In de vaststellingsovereenkomst is finale kwijting overeengekomen.

Heeft werknemer schade opgelopen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden? Schending zorgplicht werkgever? Bewijsopdrachten.

Geen rechtsgeldig ontslag op staande voet van arbeidsongeschikte werknemer. Inschakelen recherchebureau door werkgever voor observatie van arbeidsongeschikte werknemer.

Werkgever had geen voorwaarde mogen verbinden aan het beëindigen van het slapende dienstverband. Voor de berekening van de transitievergoeding is sprake van opvolgend werkgeverschap. De berekenwijze van voor 1 januari 2020 geldt.

Werkgever is achterstallig salaris van twee fysiotherapeuten verschuldigd; partijen zijn geen all-in loon overeengekomen. Wettelijke verhoging in hoger beroep gematigd tot 10%, nu van kwade opzet geen sprake is geweest en de procedure in eerste aanleg zeer lang heeft geduurd.

Fysiotherapeut had dringende reden om ontslag op staande voet te nemen. Werkgever is achterstallig salaris verschuldigd; geen sprake van all-in loon. Wettelijke verhoging in hoger beroep gematigd tot 10%, nu van kwade opzet geen sprake is geweest en de procedure in eerste aanleg zeer lang heeft geduurd.