Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Fietsvoordeelshop
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Amersfoort), 16 september 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4904
Ontslag op staande voet door hackpogingen.

Feiten
Werknemer is op 1 januari 2025 in dienst getreden bij Fietsvoordeelshop in de functie van [functie 1], met standplaats [plaats]. Op de arbeidsovereenkomst zijn onder andere arbeidsvoorwaarden en een gedragscode van toepassing. Op 5 juni 2025 rond 22:00 uur ontving het cybersecurityteam van Fietsvoordeelshop alarmmeldingen over hackpogingen op de systemen van de organisatie. Uit onderzoek bleek dat er geprobeerd was malware te installeren op twee laptops binnen het kantoor van Fietsvoordeelshop door middel van een usb-stick. Werkgever stelt dat werknemer betrokken is geweest bij deze hackpogingen. Op grond hiervan heeft Fietsvoordeelshop werknemer op 10 juni 2025 op staande voet ontslagen. Werknemer is op 8 augustus 2025 een bodemprocedure gestart waarin hij het ontslag op staande voet wil laten vernietigen. Daarnaast verzoekt werknemer in een kort geding om voorlopige wedertewerkstelling, betaling van achterstallig salaris vanaf 10 juni 2025, inclusief wettelijke verhoging en rente. Werkgever verzet zich tegen deze vorderingen en beroept zich op het ontslag op staande voet.

Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het spoedeisend belang van werknemer volgt uit zijn afhankelijkheid van het loon voor levensonderhoud, wat door werkgever niet wordt betwist. De kantonrechter acht het op dit moment niet aannemelijk dat de bodemrechter het ontslag op staande voet zal vernietigen. Werknemer was op de avond van de hackpogingen alleen op kantoor en heeft erkend dat hij het pand rond 00:38 uur verliet. Uit het onderzoek van werkgever blijkt dat vanuit het IP-adres van de vestiging in [plaats] meerdere pogingen tot hacken zijn gedaan met gebruik van twee laptops. Eén laptop was op het kantoor aanwezig, de andere verdween rond het moment dat werknemer het pand verliet en werd later via een ander netwerk gebruikt. Werknemer heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor deze feiten. De kantonrechter vindt de onderbouwing van het ontslag op staande voet door werkgever overtuigend en acht het onwaarschijnlijk dat de bodemrechter het ontslag zal vernietigen. Daarom is er geen reden om de gevraagde voorlopige voorzieningen tot wedertewerkstelling en betaling van loon toe te wijzen. De vorderingen van werknemer worden afgewezen.