Feiten

Werkneemster is op 15 juni 2023 bij werkgever in dienst getreden als barmedewerkster. Werkneemster heeft de arbeidsovereenkomst per brief van 18 juli 2023 met ingang van 19 augustus 2023 opgezegd. Werkgever heeft met die opzegging ingestemd. Na een conflict met een collega op 26 juli 2023, heeft werkneemster zich op 27 juli 2023 ziek gemeld. Tussen werkneemster en werkgever is daarna discussie ontstaan. Werkgever heeft zich op het standpunt gesteld dat er sprake was van werkweigering en omdat werkneemster, na te zijn gewaarschuwd, niet op het werk is verschenen heeft werkgever haar op staande voet ontslagen. Werkneemster was het niet eens met het ontslag en heeft juridische hulp gezocht. De (toenmalige) gemachtigden van partijen hebben overleg gevoerd. De gemachtigde van werkgever heeft op 29 augustus 2023 het voorstel gedaan dat werkgever het loon over de maand juli 2023 en het loon over de periode van 1 augustus tot en met 19 augustus 2023 zal voldoen en een eindafrekening opstelt waarbij de opgebouwde vakantiebijslag en de vakantiedagen zullen worden voldaan. De gemachtigde van werkneemster heeft dit voorstel op 30 augustus 2023 geaccepteerd. Ondanks diverse sommaties heeft werkneemster geen betaling ontvangen. Werkneemster eist in deze procedure nakoming van de afspraak en wil dat werkgever wordt veroordeeld tot betaling van het salaris, de niet-genoten vakantiedagen, de vakantiebijslag, vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat werkgever het achterstallig salaris over de maand juli 2023 en over de periode 1 augustus tot en met 19 augustus 2023 moet betalen en ook de opgebouwde maar niet-genoten vakantiedagen, de vakantiebijslag, de wettelijke verhoging, de wettelijke rente, de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. Werkgever moet de afspraak die hij met werkneemster gemaakt heeft nakomen, omdat hij geen feiten en/of omstandigheden heeft gesteld waaruit volgt dat de afspraak niet klopt. Tussen partijen is niet in geschil dat zij zich na het ontslag op staande voet tot een gemachtigde hebben gewend voor juridisch advies. De gemachtigden hebben vervolgens overeenstemming bereikt over de wijze waarop het geschil tussen partijen zou worden opgelost. Partijen zijn aan die afspraak gebonden. De verweren van werkgever dat werkneemster zich niet correct heeft ziek gemeld, tot driemaal toe heeft geweigerd om op zondag te werken, een kastekort heeft veroorzaakt, een bon open heeft laten staan en de kas in het bijzijn van klanten heeft geteld, gaan over het functioneren van werkneemster. De kritiek op het functioneren van werkneemster kan niet tot de conclusie leiden dat werkneemster geen nakoming van de afspraak zou kunnen vorderen, daargelaten of die kritiek terecht is of niet.