Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/RET Bus B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 15 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9406
Ontslag op staande voet van buschauffeuse. Er is sprake van een dringende reden en een onverwijlde opzegging. Geen aanspraak op een transitievergoeding

Feiten
Werkneemster  op 1 november 2008 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van RET Bus B.V. (hierna: RET) als buschauffeuse OV. Er is sprake van een cabinebeleid bij de RET. Voor buschauffeurs geldt dat niemand ‘voor de streep’ mag staan. Ook wanneer iemand zich in de nabije omgeving van een rijdende bestuurder begeeft, is de betreffende bestuurder snel(ler) afgeleid en minder geconcentreerd en dat is niet wenselijk. Op 27 november 2024 is werkneemster betrokken geweest bij een aanrijding met een bus van Connexxion op Zuidplein. Uit een onderzoek van bureau Schadezaken is gebleken dat werkneemster het cabinebeleid van RET had overtreden ten tijde van deze aanrijding door een persoon voor de streep in haar zichtlijn te laten staan tijdens een dienstrit. Bij brief van 22 januari 2025 heeft RET werkneemster een ernstige waarschuwing opgelegd voor overtreding van het cabinebeleid. Op 30 januari 2025 is werkneemster op staande voet ontslagen. Bij brief van 31 januari 2025 is dit ontslag aan haar bevestigd door RET. In deze brief staat onder meer vermeld dat werkneemster het cabinebeleid heeft overtreden doordat er op 30 januari 2025 een persoon met haar meereed die voor de instapdeur, ruimschoots voor de gele streep stond. Werkneemster verzet zich en verzoekt vernietiging. Als het ontslag op staande voet wordt vernietigd, dan verzoekt RET om de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden. 

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet. Werkneemster betwist dat zij op 30 januari 2025 tijdens een busrit een persoon heeft vervoerd die voor de streep stond. Pas een week voor de zitting heeft de nieuwe gemachtigde van werkneemster als ‘aanvulling’ op het verzoekschrift van zijn voorganger van 2 april 2025, een nieuw standpunt ingenomen en het verweten gedrag uitdrukkelijk betwist. Tijdens de zitting heeft RET toegelicht verrast te zijn door deze nieuwe stellingname omdat de verweten gedraging eerder niet werd betwist en het debat tussen partijen in de vier voorafgaande maanden hierover niet is gegaan. Tegen deze achtergrond en omdat de verschillende personen die bij het incident op 30 januari 2025 betrokken waren op de zitting aanwezig waren, zijn zij voor de zekerheid tijdens de zitting onder ede gehoord, om te voorkomen dat dit anders in een eventueel later stadium opnieuw zou moeten gebeuren. Op grond van de processtukken, het verloop van de procedure en alles wat over en weer in verschillende stadia is verklaard, is de kantonrechter van oordeel dat werkneemster de aan het ontslag ten grondslag gelegde en onderbouwde stelling van RET dat er bij werkneemster tijdens de busrit een persoon voor de streep stond, onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval het staan van een persoon voor de streep een dringende reden is voor een ontslag op staande voet. RET heeft ook voldaan aan het vereiste om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen. RET heeft werkneemster namelijk zo spoedig mogelijk na het ontdekken van de dringende reden ontslagen. RET hoeft geen transitievergoeding te betalen.