Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Transcend Packaging B.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 17 september 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5706
Het hof beslist dat Transcend werknemer een billijke vergoeding en een bedrag van € 10.000 aan bonus moet betalen. De vennootschapsrechtelijke en de arbeidsrechtelijke verhouding tussen de bestuurder en vennootschap worden los van elkaar worden beschouwd.

Feiten

Werknemer is per 3 april 2023 in dienst getreden bij Transcend Packaging B.V. (hierna: Transcend) in de functie van statutair bestuurder. Op 25 april 2024 is de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd met ingang van 26 juli 2024. Nadat een Engelse advocaat namens werknemer had gewezen op de ondeugdelijkheid van deze opzegging, is op 30 juli 2024 een aandeelhoudersvergadering belegd en is werknemer bij besluit van de AVA van Transcend als statutair bestuurder ontslagen per die datum en is zijn arbeidsovereenkomst met ingang van 1 november 2024 beëindigd. Werknemer vindt dat die opzegging niet rechtsgeldig is. Hij berust in de opzegging maar maakt aanspraak op een billijke vergoeding. Verder vindt hij dat hij nog variabele beloningscomponenten tegoed heeft van Transcend. De rechtbank heeft Transcend veroordeeld tot betaling van de wettelijke transitievergoeding en de pensioenbijdrage, en de andere verzoeken afgewezen.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt. Het grootste deel werkte werknemer in de functie van directeur voor Transcend Ltd. Daarnaast was hij uit hoofde van diezelfde arbeidsovereenkomst voor een klein deel werkzaam als statutair bestuurder van Transcend. In deze situatie moeten de vennootschapsrechtelijke en de arbeidsrechtelijke verhouding tussen de bestuurder en vennootschap los van elkaar worden beschouwd; er is sprake van een duidelijke splitsing tussen werknemerschap en bestuurderschap. Voor rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsrechtelijke relatie dienen de ‘normale’ ontslagregels gevolgd te worden. Dat betekent dat de uitzonderingsbepaling van artikel 7:671 lid 1 onder e BW niet van toepassing is en dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig kon worden opgezegd zonder schriftelijke instemming van werknemer of ontslagvergunning van het UWV. Transcend heeft dus opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Het verzoek van werknemer om een billijke vergoeding is toewijsbaar en de kantonrechter heeft dat verzoek ten onrechte afgewezen. Er wordt een billijke vergoeding van € 20.000 toegewezen, waarbij rekening wordt gehouden met de gederfde inkomsten van werknemer.
Van Transcend had daarnaast als zorgvuldig werkgever verwacht mogen worden om kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) vast te stellen of in elk geval helder te maken dat de ‘objectives’ wat Transcend betreft de KPI’s waren waaraan de bonusafspraak gekoppeld was, zoals zij nu stelt. Dat geldt temeer nu slechts twee van de ‘objectives’ voldoende meetbaar en tijdsgebonden zijn (twee nieuwe klanten met een omzetvolume van € 50 miljoen en behouden huidige volume voor 2023/2024, en implementatie import/export via Transcend eind mei 2023), zodat niet voldoende duidelijk is vast te stellen wanneer werknemer aan de KPI’s zou hebben voldaan. Dat voor Transcend ook geen duidelijkheid bestond over de voor werknemer geldende KPI’s blijkt ten slotte ook uit het feit dat in de opzegging (ook) een collectieve KPI is benoemd, die in de taakomschrijving in het geheel niet voorkomt. Nu Transcend de KPI’s niet heeft vastgesteld, terwijl de bonusbetaling daarvan afhankelijk is, heeft zij ten opzichte van werknemer niet als goed werkgever gehandeld. Dit betekent dat werknemer alsnog aanspraak heeft op uitbetaling van het tweede deel van de bonus. Werknemer stelt recht te hebben op een schadevergoeding in verband met het niet verkrijgen van aandelenopties die hij niet heeft gekregen. Partijen twisten over de uitleg van de afspraken over aandelenopties. Het hof heeft nadere informatie nodig voordat het op dit onderdeel kan beslissen. Transcend wordt in de gelegenheid gesteld om een akte te nemen ten aanzien van de schadevordering.