Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/SWD Leerwerkbedrijf B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 25 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11273
Verzoek werknemer tot toekenning transitievergoeding na opzegging arbeidsovereenkomst met toestemming UWV toegekend.

Feiten

Werknemer is per 1 juni 1998 in dienst getreden bij SWD Leerwerkbedrijf B.V. (hierna: SWD). Bij besluit van 18 september 2024 heeft het UWV SDW toestemming verleend de arbeidsovereenkomst met werknemer op te zeggen wegens de beëindiging van haar bedrijfsactiviteiten. SDW heeft van die bevoegdheid gebruikgemaakt en de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 februari 2025. Werknemer verzoekt SDW te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding. Ter toelichting daarop heeft hij – voor zover nu van belang – gesteld dat SDW ondanks herhaalde aanmaningen in gebreke is gebleven de hem toekomende wettelijke transitievergoeding te betalen. 

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu de arbeidsovereenkomst door de door SDW gedane opzegging is geëindigd, komt werknemer op grond van artikel 7:673 lid 1 sub a onder 1 BW de transitievergoeding toe. SDW heeft daartegen ook geen inhoudelijk verweer gevoerd. Het door werknemer ter zake verzochte bedrag wordt dan ook toegewezen. Dat SDW recent door middel van een turboliquidatie zou zijn ontbonden, kan tot geen ander oordeel leiden. Die door SDW zelf ingeroepen omstandigheid doet immers niet af aan het recht van werknemer op de wettelijke transitievergoeding. SDW wordt in de proceskosten veroordeeld.