Naar boven ↑

Rechtspraak

Medux/Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW)
Hoge Raad, 19 september 2025
ECLI:NL:HR:2025:1325
Werkingssfeer van verplichtstellingsbesluit pensioen hoeft niet overeen te stemmen met werkingssfeer cao in dezelfde bedrijfstak (zorg).

Feiten

PFZW is een bedrijfstakpensioenfonds. De deelneming in PFZW is voor werkgevers en werknemers in de sector Zorg en Welzijn verplicht gesteld op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (hierna: Wet Bpf 2000) en het Besluit verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn (hierna: het verplichtstellingsbesluit). Onder werkgever in de zorg werd onder meer verstaan 'de rechtspersoon die zorg of hulp verleent (...) in een of meer van de volgende vormen: (...) 8. uitleen van verpleegartikelen.'

Medux houdt zich (via haar dochterondernemingen) bezig met de verkoop, de after sales, de uitleen en het onderhoud van hulpmiddelen als voorzieningen om zelfstandig te kunnen leven, waaronder hoog/laagbedden met toebehoren, scootmobielen, aangepaste fietsen, loophulpmiddelen, badliften, badplanken, toilet- en douchestoelen, drempelhulp, rolstoelen, trippenstoelen, aangepaste stoelen, andere voorzieningen op het vlak van het faciliteren in het zelf wassen, zelfstandige toiletgang, enz. Afnemers van Medux zijn onder meer gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoren en zorginstellingen. De activiteiten van Medux waren tot 1 januari 2013 onderdeel van de thuiszorgactiviteiten die thuiszorgorganisaties verleenden in het kader van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (hierna: AWBZ). Met ingang van 1 januari 2013 is de vergoeding van kortdurende levering van hulpmiddelen uit de AWBZ overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw). De activiteiten ten aanzien van de levering van hulpmiddelen in het kader van de Zvw worden sindsdien (ook) door externe commerciële organisaties uitgevoerd. PFZW heeft Medux in juli 2018 meegedeeld dat Medux  onder de verplichtstelling valt omdat een van haar (hoofd)activiteiten bestaat uit de uitleen van verpleegartikelen. Medux heeft in reactie daarop betwist dat zij zich bezighoudt met de uitleen van verpleegartikelen, en heeft zich op het standpunt gesteld dat de door haar uitgeleende artikelen geen verpleegartikelen zijn, maar hulpmiddelen ter bevordering van de zelfredzaamheid van de afnemers. Met ingang van 1 januari 2021 is het verplichtstellingsbesluit wederom gewijzigd, waarbij de verplichtstelling is ingetrokken voor de activiteit 'uitleen van verpleegartikelen'. Aan die wijziging lag een verzoek ten grondslag van de sociale partners in de bedrijfstak intramurale en/of extramurale zorg (de sociale partners) die aangaven dat deze activiteit niet langer onder de 'zorgactiviteiten' diende te vallen. In dit geding vordert Medux onder meer een verklaring voor recht dat zij niet onder de verplichte werkingssfeer van PFZW viel in de periode van 1 juni 2014 tot 1 januari 2021. De kantonrechter en het hof hebben de vordering afgewezen.

Oordeel

De Hoge Raad oordeelt als volgt. 

Werkingssfeer van verplichtstellingsbesluit pensioen hoeft niet overeen te stemmen met werkingssfeer cao in dezelfde bedrijfstak (zorg)

Medux klaagt onder meer dat het hof bij zijn beoordeling of Medux onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit valt ten onrechte geen beslissend gewicht heeft toegekend aan de omstandigheid dat Medux onder de in de desbetreffende bedrijfstak geldende cao niet kon worden gekwalificeerd als werkgever. Het onderdeel betoogt dat de werkingssfeer van een cao en die van een verplichtstellingsbesluit binnen een bedrijfstak identiek moeten zijn of in dezelfde zin moeten luiden. Deze klacht faalt. Geen rechtsregel staat eraan in de weg dat de werkingssfeer van een verplichtstellingsbesluit en die van een cao binnen een bepaalde bedrijfstak uiteenlopen, al zal het in het algemeen voor de hand liggen dat zij met elkaar overeenstemmen. 

Ontbreken voldoende vertegenwoordiging dient via zienswijze aan minster kenbaar te worden gemaakt bij de verplichtstelling

Het betoog dat Medux niet onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit kan vallen omdat zij niet wordt vertegenwoordigd door een werkgeversorganisatie in de zorg en ook niet kan worden toegelaten tot een werkgeversorganisatie in de zorg, vindt geen steun in het recht. Artikel 2 lid 1 Wet Bpf 2000 stelt als voorwaarde voor verplichtstelling dat de aanvraag daartoe wordt gedaan door het georganiseerde bedrijfsleven binnen een bedrijfstak dat naar het oordeel van de minister een belangrijke meerderheid van de in die bedrijfstak werkzame personen vertegenwoordigt (hierna: de representativiteitsgrondslag). Dezelfde voorwaarde geldt voor een wijziging of voortzetting van de verplichtstelling (art. 10 lid 1 en 12 lid 1 Wet Bpf). De beoordeling of bij een aanvraag, wijziging of voortzetting van een verplichtstelling voldaan is aan de representativiteitsgrondslag, is voorbehouden aan de minister. Een niet-georganiseerde werkgever die onder de reikwijdte van een verplichtstelling valt of dreigt te gaan vallen, kan desgewenst op de voet van artikel 16 lid 2 in verbinding met artikel 16 lid 1, onder a, c, e en f, Wet Bpf 2000 een zienswijze indienen in het besluitvormingsproces.