Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 28 april 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:14937
Feiten
Uitzendbureau X is een uitzendbureau dat zich richt op groenvoorzieningen, de agrarische sector en bouwnijverheid. Uitzendbureau X is erkend referent bij IND. Dat houdt onder meer in dat zij gerechtigd is om verblijfsvergunningen aan te vragen voor kennismigranten. De referent is vervolgens gehouden om de kennismigrant een salaris te betalen ter hoogte van het gestelde normbedrag. Voor werknemers jonger dan 30 jaar bedroeg het brutonormbedrag met ingang van 1 januari 2023 € 3.672 per maand, vanaf 1 januari 2024 was het € 3.907 en vanaf 1 januari 2025 was het € 4.171. Als naderhand blijkt dat de kennismigrant niet conform deze looneis wordt betaald kan de IND de verblijfsvergunning intrekken. Op 31 januari 2023 is namens uitzendbureau X een (verlengde) aanvraag voor werknemer bij de IND ingediend voor een verblijfsvergunning voor arbeid als kennismigrant. Aan de aanvraag is een door beide partijen getekende arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar gehecht met daarin een salaris van € 3.700 bruto per maand. Op 17 maart 2023 heeft de IND werknemer een verblijfvergunning als kennismigrant verleend, geldig tot en met 31 januari 2024. Uitzendbureau X heeft werknemer blijkens de door haar overgelegde salarisstroken in 2023 een brutoloon betaald van aanvankelijk € 2.133,37 en later € 2.182,60 waarop € 555 werd ingehouden voor huisvesting en € 151,20 voor een ziektekostenverzekering. De verblijfsvergunning van werknemer is op aanvraag van uitzendbureau X nogmaals verlengd. Werknemer heeft ook meerdere oproepovereenkomsten getekend met Y. Vervolgens is werknemer aan het werk gegaan in een restaurant. Hij heeft (enige) werkzaamheden als (chef-)kok verricht, maar heeft ook in de bediening gewerkt en heeft schoonmaakwerkzaamheden en andere klusjes gedaan. Op 10 maart 2024 is het restaurant gesloten. Uitzendbureau X heeft vanaf 1 maart 2024 enkele betalingen aan werknemer gedaan. Op 11 november 2024 heeft werknemer een brief ontvangen van de IND waarin het voornemen kenbaar wordt gemaakt om de verblijfsvergunning in te trekken vanwege het niet voldoen aan het geldende looncriterium. Op 15 november 2024 heeft een gesprek plaatsgevonden met werknemer, waarin hem is meegedeeld dat het dienstverband met onmiddellijke ingang wordt beëindigd. Werknemer verzoekt onder meer dit ontslag op staande voet te vernietigen en voor recht te verklaren dat tussen werknemer en uitzendbureau X dan wel uitzendbureau X en/of Y sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, althans een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot en met een in goede justitie vast te stellen einddatum.
Oordeel
Arbeidsovereenkomst
Vast staat dat uitzendbureau X op 31 januari 2023 voor werknemer een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor arbeid als kennismigrant voor werknemer heeft laten indienen. Aan die aanvraag is een door beide partijen getekende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gehecht. Later heeft uitzendbureau X aan de IND doorgegeven dat werknemer voor onbepaalde tijd bij haar in dienst is getreden, hetgeen tot verlenging van de verblijfsvergunning als kennismigrant heeft geleid. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat werknemer voor onbepaalde tijd bij uitzendbureau X in dienst is. Daaraan doet niet af dat hij aan Y ter beschikking was gesteld, waarmee hij enkele afzonderlijke arbeidsovereenkomsten heeft gesloten onder nadeliger voorwaarden. Niet gebleken is immers dat de arbeidsovereenkomst met uitzendbureau X is beëindigd of dat Y als opvolgend werkgever moet worden beschouwd.
Ontslag op staande voet
Uitzendbureau X stelt een dringende reden voor ontslag op staande voet te hebben, eruit bestaande dat werknemer niet meer over een verblijfsvergunning beschikt. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit niet als een dringende reden aan de zijde van werknemer aan te merken. Vast staat immers dat de verblijfsvergunning is ingetrokken, omdat uitzendbureau X ervoor heeft gekozen om werknemer veel minder te betalen dan het normbedrag dat voor kennismigranten geldt. Het intrekken van de verblijfsvergunning is dan ook niet veroorzaakt door gedragingen van werknemer, maar door gedragingen van uitzendbureau X zelf. Er is dus geen sprake van een dringende reden, zodat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Het ontslag op staande voet zal dan ook vernietigd worden en de gevraagde verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst nog voortduurt, zal worden toegewezen.