Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Intrixo B.V.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 28 april 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:14934
Als chef-kok aangenomen kennismigrant ten onrechte op staande voet ontslagen wegens intrekking van verblijfsvergunning, nu deze intrekking is te wijten aan werkgever zelf door geen loonbetalingen te verrichten conform looneis voor kennismigranten.

Feiten

Intrixo is een uitzendbureau dat zich richt op groenvoorzieningen, de agrarische sector en bouwnijverheid. Intrixo exploiteerde tot 10 maart 2024 een restaurant. Sinds 10 maart 2024 is het restaurant gesloten. Intrixo is erkend referent bij IND. Dat houdt onder meer in dat zij gerechtigd is om verblijfsvergunningen aan te vragen voor kennismigranten. De referent is vervolgens gehouden om een kennismigrant een salaris te betalen ter hoogte van het gestelde normbedrag. Voor werknemers jonger dan 30 jaar bedroeg het normbedrag met ingang van 1 januari 2024 € 3.909 bruto per maand en per 1 januari 2025 € 4.171 bruto per maand. Als naderhand blijkt dat de kennismigrant niet conform deze looneis wordt betaald kan de IND de verblijfsvergunning van de kennismigrant intrekken. Werknemer heeft op 3 oktober 2024 een brief ontvangen van de IND waarin de IND vermeldt het voornemen te hebben zijn verblijfsvergunning, geldend van 22 maart 2024 tot 31 maart 2025, in te trekken, omdat hij vanaf 22 maart 2024 nooit loon zou hebben ontvangen. Werknemer heeft Intrixo hierop aangesproken, waarna Intrixo in de maanden oktober en november 2024 drie betalingen aan werknemer heeft gedaan van in totaal € 5.459,40. Op 16 oktober 2024 heeft telefonisch contact plaatsgevonden tussen Intrixo en de IND. De beschikking van de IND van 5 november 2024, die daarna aan Intrixo is gestuurd, vermeldt over dit telefoongesprek het volgende. Intrixo heeft verklaard dat werknemer (nog) niet uitbetaald heeft gekregen en (nog) geen werkzaamheden heeft verricht, omdat werknemer Intrixo nooit zou hebben geïnformeerd dat hij in het bezit was gesteld van zijn verblijfsdocument. Met ingang van 14 oktober 2024 is werknemer werkzaamheden gaan verrichten. De IND heeft de verblijfsvergunning van werknemer in die beschikking met terugwerkende kracht ingetrokken vanwege het niet voldoen aan de looneis. Op 15 november 2024 heeft Intrixo werknemer meegedeeld dat zijn dienstverband met onmiddellijke ingang wordt beëindigd vanwege de intrekking van zijn verblijfsvergunning. Werknemer verzoekt onder meer het ontslag op staande voet te vernietigen en voor recht te verklaren dat tussen hem en Intrixo sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot en met 31 maart 2025.

Oordeel

Arbeidsovereenkomst

In de aanvraag van de verblijfsvergunning voor werknemer wordt een arbeidsovereenkomst met werknemer voor een jaar genoemd met een salaris van € 4.000 bruto per maand. De kantonrechter neemt die aanvraag tot uitgangspunt en gaat ervan uit dat met werknemer een arbeidsovereenkomst is gesloten. Het bestaan van een arbeidsovereenkomst waaraan ook uitvoering is gegeven sluit aan bij het feit dat Intrixo in oktober en november 2024 betalingen aan werknemer heeft gedaan, zij het dat die lager zijn dan € 4.000 bruto. De verklaring die Intrixo voor de salarisbetalingen heeft gegeven, namelijk dat zij in de veronderstelling was dat werknemer wel in dienst was en dat zij snel moest handelen vanwege de problemen met de verblijfsvergunning, overtuigt niet. In de eerste plaats lijkt het weinig aannemelijk dat een grote werkgever als Intrixo geen deugdelijke administratie heeft en niet op korte termijn kan nagaan of iemand werknemer is of niet. In de tweede plaats gaat het niet om één enkele betaling maar om drie verschillende betalingen. Tussen de eerste en de laatste betaling zit een periode van vier weken. Dat er in die periode geen mogelijkheid was om uit te zoeken wie werknemer was en of hij in dienst was is weinig aannemelijk. In de derde plaats sluit de verklaring van Intrixo niet aan bij hetgeen zij telefonisch tegen de IND heeft gezegd, namelijk dat er wel een vergunning voor werknemer was aangevraagd, maar dat niet bekend was dat die al was verleend.

Ontslag op staande voet

Intrixo stelt een dringende reden voor ontslag op staande voet te hebben, eruit bestaande dat werknemer niet meer over een verblijfsvergunning beschikt. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit niet als een dringende reden aan de zijde van werknemer aan te merken. Vast staat immers dat de verblijfsvergunning is ingetrokken, omdat Intrixo ervoor heeft gekozen om werknemer veel minder te betalen dan het normbedrag dat voor kennismigranten geldt. Het intrekken van de verblijfsvergunning is dan ook niet veroorzaakt door gedragingen van werknemer, maar door gedragingen van Intrixo zelf. Er is dus geen sprake van een dringende reden, zodat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Het ontslag op staande voet zal dan ook vernietigd worden en de gevraagde verklaring voor recht dat sprake was van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot en met 31 maart 2025 zal worden toegewezen. Het voorgaande heeft tot gevolg dat Intrixo over de periode van 1 april 2024 tot en met 31 december 2024 het aan IND opgegeven salaris van € 4.000 moet betalen. Met ingang van 1 januari 2025 is het normbedrag voor een kennismigrant verhoogd naar € 4.171. Aangezien er vanwege het ontslag op staande voet geen nieuwe afspraken zijn gemaakt, zal dit normbedrag tot uitgangspunt worden genomen en worden toegewezen over de periode 1 januari 2025 tot en met 31 maart 2025, zoals verzocht. Het inmiddels betaalde loon (in totaal € 5.459,40) strekt daarop in mindering.