Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 8 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:10260
Kantonrechter oordeelt dat werknemer recht heeft op 70% loon vanaf december 2024, op (nog) onbetaald vakantiegeld en opgebouwde vakantiedagen, en op de transitievergoeding.

Feiten

Werknemer is op 5 december 2005 in dienst getreden bij werkgever als verhuizer op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hij heeft zich op 20 november 2023 ziek gemeld. Bij beslissing van 24 april 2025 heeft het UWV toestemming gegeven de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen op te zeggen, waarna werkgever bij brief van 30 april 2025 de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd tegen 17 augustus 2025. Werknemer stelt dat zijn loon vanaf december 2024 niet volledig en vanaf maart 2025 helemaal niet meer is betaald, dat vakantiegeld en opgebouwde vakantiedagen onbetaald zijn gebleven en dat hem een transitievergoeding toekomt. Hij vordert betaling van het achterstallige loon, vakantiegeld, vakantiedagen en de transitievergoeding. Werkgever betwist de vorderingen en voert aan dat vanaf het tweede ziektejaar terecht slechts 70% loon is betaald, dat het vakantiegeld grotendeels is voldaan en dat geen middelen aanwezig zijn om de transitievergoeding te betalen.

Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft vanaf december 2024 slechts recht op 70% loon, omdat de cao niet van toepassing is. Voor de periode van 1 maart 2025 tot 19 mei 2025 moet werkgever dit loon alsnog uitbetalen. Het vakantiegeld over juni 2024 tot mei 2025 (€ 2.348,58) moet worden betaald. Ten aanzien van juni 2023 tot mei 2024 mag werkgever zich nog uitlaten en bewijsstukken overleggen. Werknemer heeft recht op uitbetaling van twintig niet-genoten vakantiedagen over juni 2024 tot mei 2025 (€ 2.249,60) en vier dagen over juni tot 17 augustus 2025 (€ 449,92). Werknemer heeft recht op een transitievergoeding van € 16.097,58. Partijen zullen onderzoeken of werkgever hiervoor compensatie kan verkrijgen bij het UWV. De procedure wordt omgezet naar een verzoekschriftprocedure en aangehouden tot 10 oktober 2025, zodat partijen zich kunnen uitlaten over de compensatieaanvraag en de betaling van vakantiegeld.