Feiten

Werknemer is met ingang van 1 februari 2019 in dienst getreden bij Arti-Shock Design B.V. (hierna: Arti-Shock) in de functie van verkoper. Op 28 juni 2024 om 19:18 uur heeft de bedrijfsleider onder meer een blouse van het merk Isabel Marant met een verkoopprijs van € 375 (hierna: de blouse) verkocht aan een klant. Diezelfde dag om 19:42 uur heeft werknemer een retour van de blouse in het kassasysteem verwerkt, zonder dat hij de blouse op enig moment retour heeft genomen. De retourbon heeft werknemer verscheurd, in zijn broekzak gestopt en op een later moment weggegooid. Kort hierna hebben werknemer en een andere werknemer van Arti-Shock het geld uit de kassa geteld in het keukentje van de winkel; er was geen kasverschil. In een gesprek op 3 juli 2024 is werknemer ermee geconfronteerd dat hij de retour van de blouse heeft verwerkt en de retourbon heeft verscheurd, dat de blouse niet retour is gekomen, dat er geen kasoverschot van € 375 bestond en dat er is gezien dat hij geld in zijn broekzak heeft gestopt. Werknemer is tijdens het gesprek op staande voet ontslagen. De volgende dag is dit ontslag schriftelijk bevestigd. Werknemer verzoekt een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd en veroordeling van Arti-Shock tot betaling van onder meer een billijke vergoeding, een gefixeerde schadevergoeding en een transitievergoeding. Werknemer betwist dat hij geld uit de kassa heeft weggenomen. Arti-Shock stelt onder meer dat de collega van werknemer heeft verklaard dat zij heeft gezien dat werknemer tijdens het tellen van de kassa geld in zijn broekzak heeft gestopt.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het gaat er in de kern om of Arti-Shock voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat werknemer geld uit de kassa heeft weggenomen. Werknemer heeft dat gemotiveerd betwist. Arti-Shock heeft haar stelling onderbouwd met een schriftelijke verklaring van een collega, waarin de collega verklaart te hebben gezien dat werknemer geld uit de kassa in zijn broekzak heeft gestopt. Werknemer heeft zowel de totstandkoming als de inhoud van deze verklaring bestreden, zodat de kantonrechter vooralsnog niet kan uitgaan van de juistheid van de verklaring van de collega. De kantonrechter laat Arti-Shock toe tot het leveren van bewijs van haar stelling dat werknemer op 28 juni 2024 geld afkomstig uit de kassa in zijn broekzak heeft gestopt in het keukentje van de winkel. Als Arti-Shock niet slaagt in het opgedragen bewijs zal dat tot de conclusie leiden dat het ontslag op staande voet ten onrechte is gegeven, omdat in dat geval onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat werknemer geld heeft weggenomen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.