Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 28 mei 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:9450
Feiten
Werknemer heeft gewerkt bij SDW Leerwerkbedrijf B.V. (hierna: SDW). Hij is bij (de rechtsvoorganger van) SDW begonnen op 1 februari 2019. SDW heeft de arbeidsovereenkomst met toestemming van het UWV opgezegd om bedrijfseconomische redenen; de arbeidsovereenkomst is op 30 november 2024 geëindigd. Werknemer verzoekt veroordeling van SDW tot betaling van de transitievergoeding en het resterende saldo van opgebouwde maar niet uitbetaalde vakantie-uren.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. SDW moet de transitievergoeding van € 5.285,95 bruto betalen aan werknemer, omdat zij als werkgeefster arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Namens SDW is dat ook tijdens de zitting erkend en partijen zijn het eens over de hoogte van de te betalen transitievergoeding. Voorts moet SDW 55,62 uren aan opgebouwde en niet-genoten vakantie-uren uitbetalen aan werknemer. Dit komt overeen met een bedrag van € 821,75 bruto. De proceskosten komen voor rekening van SDW.