Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Berner Produkten B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 10 juli 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:6681
Werknemer vordert in kort geding betaling van o.a. achterstallig loon en vakantiegeld, transitievergoedingen en niet opgenomen verlofuren. Verrekening IVA-uitkering met het loon.

Feiten

Werknemer is sinds 1 mei 2001 bij Berner Produkten B.V. (hierna: Berner) in dienst als administratief medewerker voor 32 uur per week. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao Technische Groothandel (hierna: de cao) van toepassing. Op 13 september 2013 heeft werknemer zich ziek gemeld. Vanaf 11 september 2015 ontvangt werknemer een WGA-uitkering van het UWV. Hij is met Berner per die datum een verdere verlaging van zijn arbeidsduur overeengekomen, naar 24 uur per week. Op 1 februari 2020 zijn de uren van werknemer opnieuw naar beneden bijgesteld, naar 20 uur per week. In de cao is bepaald dat Berner vanaf de eerste dag van ziekte voor de duur van de ziekte en gedurende maximaal de eerste twaalf maanden 100% van het bruto-inkomen en in het tweede ziektejaar 70% van het bruto-inkomen doorbetaalt. Bij besluit van 29 februari 2024 heeft het UWV geoordeeld dat werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en is aan hem een IVA-uitkering toegekend, met terugwerkende kracht vanaf 11 oktober 2023. De IVA-uitkering is toegekend over 40 uur. Werknemer legt aan zijn vorderingen ten aanzien van het achterstallige loon en het tekort aan uitgekeerd vakantiegeld ten grondslag dat Berner onterecht is overgegaan tot verrekening van zijn volledige IVA-uitkering met het loon dat zij nog aan hem dient te betalen op grond van haar wettelijke loondoorbetalingsplicht. Hij stelt dat slechts met de helft van zijn IVA-uitkering verrekend mag worden op basis van 20 uur per week. Berner voert onder meer aan dat artikel 7:629 lid 5 BW bepaalt dat de uitkering verrekend mag worden met het loon dat zij nog moet betalen. Zij leest daarin niet dat dit slechts de helft van de uitkering zou moeten zijn en zij is daarom terecht tot verrekening van de gehele uitkering overgegaan.

Oordeel

De kantonrechter stelt voorop dat werknemer sinds 1 februari 2020 tot aan zijn ziekmelding op 11 oktober 2023 20 uur per week werkt bij Berner en dat Berner dus ook loon voor 20 uur per week aan hem betaalt. Sinds 11 oktober 2023 is werknemer ziek gemeld voor de volledige 20 uur van zijn dienstverband. Voor het loon voor 20 uur per week bestaat op grond van artikel 7:629 lid 1 BW een loondoorbetalingsverplichting voor Berner gedurende 104 weken, met daarop in aanvulling de toepasselijke bepalingen uit de cao. Berner moet het loon dus nog doorbetalen tot 11 oktober 2025. Partijen twisten over de uitleg van het begrip “de bedongen arbeid” in artikel 7:629 lid 5 BW. De kantonrechter is echter van oordeel dat partijen niet alleen naar het begrip “de bedongen arbeid” moeten kijken maar ook naar de zinsnede daarachter, namelijk “waaruit het loon wordt genoten”. De kantonrechter acht het aannemelijk dat Berner slechts de helft van de IVA-uitkering van werknemer mag verrekenen met het loon dat zij hem nog moet doorbetalen, nu de IVA-uitkering betrekking heeft op een arbeidsduur van 40 uur per week en niet op 20 uur per week. De vorderingen met betrekking tot achterstallig loon, een tekort aan betaald vakantiegeld, te veel ingehouden nettoloon en pensioenafdracht worden toegewezen. Met betrekking tot de vorderingen niet opgenomen verlofuren en de transitievergoedingen heeft werknemer tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat geen sprake is van een spoedeisend belang. Deze vorderingen worden daarom afgewezen.