Naar boven ↑

Rechtspraak

Gemeente Amsterdam/werknemer
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 27 mei 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:3496
Chauffeur rijdt onder invloed van cannabis vrachtwagen klem onder spoorbrug. Hoewel THC-grenswaarde in bloed (strafrechtelijk) niet was overschreden, is sprake van ernstig verwijtbaar handelen, nu werknemer uitslag van bloedonderzoek pas zeven maanden later heeft overgelegd.

Feiten

Werknemer is sinds 1 mei 2023 in dienst bij de gemeente Amsterdam. Hij is werkzaam als chauffeur/belader en bestuurt voertuigen waarmee hoofdzakelijk huis- en bedrijfsvuil wordt opgehaald. Op 21 augustus 2024 is werknemer betrokken geweest bij een verkeersincident. Toen hij terugreed naar de werf na een avonddienst is hij met zijn vrachtwagen vast komen te zitten onder een spoorbrug. Toen de politie ter plaatse was, is een speekseltest afgenomen bij werknemer. Omdat daarin sporen van cannabis werden aangetroffen is vervolgens een bloedtest bij werknemer afgenomen. Op 23 augustus 2024 hebben partijen met elkaar gesproken. Werknemer heeft toen aan de gemeente bevestigd dat hij de avond voor het incident een joint heeft gerookt en dat hij op de hoogte is van het beleid van de gemeente ten aanzien van drugs. Na het gesprek is werknemer geschorst. In het bloedmonster van werknemer is cannabis aangetroffen met een THC-gehalte van 2,1 microgram per liter bloed. Omdat de grenswaarde voor cannabis 3 microgram THC per liter bloed is, viel de concentratie aangetroffen THC binnen de grenswaarde zoals gesteld in het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer en/of vermeld in artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en daarom werd geen proces-verbaal tegen werknemer opgemaakt, aldus de brief. De gemeente heeft werknemer meerdere malen gevraagd om de uitslag van de bloedtest, maar zij heeft deze niet van hem gekregen. De gemeente verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden, primair vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen, zonder toekenning van de transitievergoeding.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vast staat dat op 21 augustus 2024 een verkeersincident heeft plaatsgevonden, waarbij de politie bloed van werknemer heeft afgenomen omdat er een verdenking was dat hij onder invloed van cannabis had gereden. Onbetwist is gebleven dat werknemer op of omstreeks 2 oktober 2024 de uitslag van de politie van het bloedonderzoek heeft ontvangen. Werknemer heeft de uitslag van het bloedonderzoek echter niet eerder dan na het ontbindingsverzoek met de gemeente gedeeld. Voor deze late openheid heeft werknemer geen verklaring gegeven. Nu werknemer een en ander niet nader heeft toegelicht is de conclusie dat hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de uitslag van het bloedonderzoek zonder gegronde reden pas zo laat (zeven maanden na ontvangst) met de gemeente te delen. Hierdoor bleef de verdenking dat werknemer onder invloed het ongeval had veroorzaakt bestaan, onder welke omstandigheden de gemeente als goed werkgever werknemer niet opnieuw aan het verkeer kon laten deelnemen en dus genoodzaakt was om de schorsing onder betaling van het volledige loon te laten voortduren. Dit terwijl werknemer eenvoudig de uitslag kort na ontvangst op eerste verzoek aan de gemeente had kunnen verstrekken. De gemeente kon vervolgens niet anders dan het onderhavige ontbindingsverzoek indienen. Hoewel werknemer uiteindelijk de uitslag in deze procedure heeft gedeeld en hieruit blijkt dat hij niet strafrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, heeft hij door het zonder reden lange tijd niet verstrekken van de uitslag verwijtbaar gehandeld, zodanig dat in redelijkheid niet langer van de gemeente kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Door dit handelen en het feit dat hij op 21 augustus 2024, tegen de regels, zonder gegronde reden een afwijkende route heeft genomen – waarop hij al meerdere keren was aangesproken en waarvoor een verbetertraject was opgestart – is het vertrouwen van de gemeente dermate geschonden dat ook sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst volgt, zonder toekenning van een transitievergoeding.