Rechtspraak
Feiten
Werkneemster werkt sinds 1 maart 2017 als activiteitenbegeleidster bij werkgever. Bewoner, woonachtig bij werkgever, heeft een stoornis in het autistisch spectrum en is onder bewind gesteld. Bewoner heeft werkneemster tijdens haar dienst op 19 oktober 2022, terwijl zij hem een kop koffie aanreikte, met zijn hand tegen haar rechterslaap geslagen. De klap kwam onverwacht. Werkneemster heeft een tweede klap die bewoner wilde geven kunnen afweren. Werkneemster heeft haar dienst volgens planning rond 11:00 uur afgerond. Zij is vervolgens naar de dienstdoende senior verpleegkundige gegaan en heeft haar op de hoogte gebracht van wat er was gebeurd. Werkneemster heeft zich ziek gemeld. Werkneemster heeft op 12 januari 2023 melding gedaan van het incident met bewoner in het interne systeem van werkgever. Werkgever is namens werkneemster bij brief van 7 maart 2023 aansprakelijk gesteld voor de schade die werkneemster als gevolg van de klap door bewoner heeft geleden en nog zal lijden. Op 1 september 2023 heeft de verzekeraar van werkgever (Centramed) aansprakelijkheid afgewezen omdat hij vindt dat werkgever zijn zorgplicht niet heeft geschonden. Namens werkneemster is ook de bewindvoerder bij brief van 16 oktober 2023 aansprakelijk gesteld voor de schade van werkneemster. Op 10 januari 2024 is aansprakelijkheid afgewezen, o.a. vanwege processuele redenen. Werkneemster vordert een verklaring voor recht dat werkgever aansprakelijk is op grond van werkgeversaansprakelijkheid. Daarnaast vordert zij een verklaring voor recht dat bewoner een onrechtmatige daad jegens haar heeft gepleegd en op die grond aansprakelijk is.
Oordeel
Onrechtmatige daad
Het geven van een klap door bewoner tegen het hoofd van werkneemster is een onrechtmatige daad. Deze onrechtmatige daad is ook toe te rekenen aan bewoner. Het feit dat bewoner aan een psychische stoornis lijdt, is daarvoor geen beletsel (artikel 6:165 BW). Dit betekent dat de gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen. Ook de gevorderde hoofdelijke veroordeling van bewoner tot vergoeding van de door werkneemster geleden materiële en immateriële schade, nader op te maken bij staat, zal worden toegewezen.
Werkgeversaansprakelijkheid
Het standpunt van werkgever komt er in de kern op neer dat hij vindt dat hij heeft gedaan wat hij kon doen om schade van werkneemster in de uitoefening van haar werk te voorkomen, maar dat hij niet méér kon doen omdat de klap onverwacht kwam. Werkneemster betwist dat concreet. In de kern komt haar betwisting erop neer dat het incident voorkomen had kunnen worden als er een goede overdracht was geweest waardoor zij op de hoogte was van de onrust bij bewoner van de dag ervoor, hetgeen vooral relevante informatie was omdat er ook nog een ongebruikelijke ruimtewisseling plaatsvond. Gelet op deze stand van zaken is het aan werkgever om te bewijzen dat hij zijn zorgplicht heeft nageleefd. De kantonrechter draagt werkgever op te bewijzen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan, meer specifiek door te bewijzen dat de onrust van bewoner op 18 oktober 2022 en/of de verplaatsing van de activiteitenbegeleiding naar de huiskamer van bewoner niet van invloed is/zijn geweest op zijn onverwachte gedrag op 19 oktober 2022 (het onverwacht uitdelen van de klap aan werkneemster).