Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 12 december 2024
ECLI:NL:GHSHE:2024:3956
Feiten
Werkneemster is sinds 1 mei 2022 bij werkgeefster in dienst. Zij was laatstelijk werkzaam als Consultant Planning en Roostering. In het voorjaar van 2023 heeft werkgeefster geconcludeerd dat werkneemster niet maximaal tot haar recht kwam in haar functie. Op 25 september 2023 vond een gesprek plaats tussen partijen, waarbij de inhoud van een verbetertraject zou worden besproken. Tijdens dat gesprek is echter aan werkneemster meegedeeld dat een verbetertraject niet meer aan de orde was en dat werkgeefster de arbeidsovereenkomst wenste te beëindigen. Een dag later is aan werkneemster een concept vaststellingsovereenkomst overhandigd. Vervolgens heeft werkneemster juridisch advies ingewonnen. Werkneemster heeft in de ochtend van 4 oktober 2023 circa tachtig bestanden van haar werkmail naar haar privémail verzonden. Deze bestanden bevatten onder meer klantgegevens, offertes van projectvoorstellen, het jaarplan & jaarbegroting over 2023 en bestuursmededelingen. Werkneemster is vervolgens op 5 oktober 2023 op staande voet ontslagen vanwege het – in strijd met het tussen partijen geldende geheimhoudingsbeding – doorsturen van vertrouwelijke en (deels) bedrijfsgevoelige informatie. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is. Werkneemster heeft hoger beroep ingesteld.
Oordeel
Het hof oordeelt als volgt.
Geen dringende reden – herstel arbeidsovereenkomst
Het doorsturen van vertrouwelijke en bedrijfsgevoelige informatie kan in beginsel een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. In deze zaak is echter een aantal omstandigheden van belang, op grond waarvan het hof tot de conclusie komt dat het ontslag in de gegeven situatie niet gerechtvaardigd is. Zo heeft werkneemster voldoende aannemelijk gemaakt dat zij zich overvallen voelde door de voor haar onverwachte ontslagaanzegging en dat zij als alleenstaande moeder en kostwinner in paniek is geraakt door deze mededeling. Zij heeft juridische bijstand gezocht en haar gemachtigde heeft haar geadviseerd om stukken waarmee zij zou kunnen aantonen dat geen sprake is van disfunctioneren en stukken waaruit zou blijken dat geen sprake was van een bedrijfseconomische noodzaak voor haar ontslag, veilig te stellen. In die toestand en met dat advies heeft werkneemster de bestanden van haar werkmail naar haar privémail gezonden. Daarnaast heeft werkneemster voorafgaand aan het ontslag op staande voet verduidelijkt dat zij de informatie enkel heeft doorgezonden van haar werkmail naar haar privémail in het kader van het veiligstellen van haar positie, dat zij nimmer de bedoeling heeft gehad werkgeefster anderszins te schaden en dat zij vertrouwelijke informatie al verwijderd heeft. Het hof betrekt bij zijn oordeel verder dat het op de weg van werkgeefster lag om met werkneemster een verbetertraject in te gaan, in plaats van haar ontslag aan te zeggen. Al met al oordeelt het hof dat van een dringende reden geen sprake is geweest. Het hof herstelt de arbeidsovereenkomst en veroordeelt werkgeefster tot loondoorbetaling.
Voorwaardelijk ontbindingsverzoek
Het door werkgeefster (voorwaardelijk) ingestelde ontbindingsverzoek wordt afgewezen. Werkgeefster heeft geenszins aannemelijk gemaakt dat op 25 september 2023 een voldragen grond voor het op die datum aangezegde ontslag aanwezig was. Dat de verhoudingen inmiddels zodanig zijn verstoord dat een ontbinding gerechtvaardigd is, is het hof ex nunc toetsend ook niet gebleken.